4
BEDIENINGSELEMENTEN
4.3
BEDIENERSALARM _______________________________________________________
De machine bewaakt belangrijke machinesystemen. Er
wordt gebruik gemaakt van een akoestisch alarm en
waarschuwingslampjes om de bediener te attenderen op
omstandigheden die onmiddellijke actie vereisen. Volg bij
het klinken van een alarm, de algemene richtlijnen op die
in het onderstaande schema staan aangegeven en volg
specifieke handelingen op die worden aangedragen door
de opzichter op de vloer of de service manager.
Alert
1.
Motoroliedruk
-
Het
wingslampje voor de motoroliedruk
gaat branden. De oliedruk is te laag.
2.
Temperatuur
motorkoelmiddel
Het alarm begint te werken. De
temperatuur
van
koelmiddel is te hoog.
3.
Hydrauliekoliepeil - Het alarm
begint te werken en het waarschu-
wingslampje voor het hydrauliek-
oliepeil gaat branden. Het peil is
lager dan wordt aanbevolen.
NL-10
waarschu-
Stop de tractor onmiddellijk, laat de hulpstukken neer en zet de motor stil. Inspecteer
het oliepeil in de motor. Als het lampje blijft branden terwijl het oliepeil bevredigend is,
sleep of vervoer de tractor dan met uitgeschakelde motor naar een servicefaciliteit. Zolang
dit waarschuwingslampje brandt, mag NOOIT worden gestart, aangezien ernstige
beschading van de motor hiervan het gevolg kan zijn.
Stop de tractor onmiddellijk, laat de hulpstukken neer en zet de motor stil. Verwijder
-
afval zoals bladeren en grasknipsel waardoor de luchtstroming door het achterscherm op
het
motor-
de kap en het gedeelte tussen de radiateur en de oliekoeler wordt belemmerd. Als de
motortemperatuur te hoog blijft, breng de tractor dan naar een servicefaciliteit.
VOORZICHTIG: het motorkoelmiddel staat onder druk. Na het stilzetten van de
!
motor moet de vloeistof eerst voldoende afkoelen voordat het peil wordt
gecontroleerd en koelmiddel aan de radiateur wordt toegevoegd.
Stop de tractor onmiddellijk, laat de hulpstukken neer en zet de motor stil. Voer een
visuele inspectie van de machine uit op duidelijke tekenen van lekkage rond aansluitingen,
in slangen en hydraulische onderdelen. Breng de tractor naar een servicefaciliteit voor
onderhoud/reparatie.
VOORZICHTIG: hydraulische vloeistof staat onder druk. Na het stilzetten van de
!
motor dient de vloeistof eerst af te koelen voordat het peil wordt gecontroleerd of
de hydraulische tank met olie wordt bijgevuld.
Testen van het alarmsysteem:
Zet de contactschakelaar in de AAN-stand. Alle lampjes
gaan gedurende een of meer seconden branden en het
alarm treedt kortstondig in werking.
Dit systeem controleert:
1. De motoroliedruk.
2. De motorkoeltemperatuur
3.
Het hydrauliekoliepeil.
Action