Het instrument werkt alleen door het bedienen van de testtoets.
Instelling van alarm-setpoints vóór ingebruikneming
(indien vereist)
(1) Instrument uitschakelen.
(2) Verwijder en herplaats de batterij.
(2) Druk op de testtoets en houd deze gedurende 3 seconden
ingedrukt.
• "ON" verschijnt tijdens deze periode.
• "ALARM", "SET" en "?" worden weergegeven.
(3) Om de setpoints te wijzigen drukt u eenmaal op te testtoets
terwijl "ALARM", "SET" en "?" worden weergegeven.
• De software versie wordt 3 seconden weergegeven.
• Het gastype wordt 3 seconden weergegeven
("CO", "CO+" (Steel Mill-versie), "H
De onderstaande setpoints worden 3 seconden weergegeven
• Low alarm-setpoint ("LO" "ALARM")
• High alarm-setpoint ("HI" "ALARM")
• Short Term Exposure Limits ("STEL")
• Time Weighted Average ("TWA")
(4) Door op de testtoets te drukken, verhoogt u de waarde van
het gekozen instelpunt totdat de gewenste waarde is bereikt.
(5) Laat de testtoets los en wacht 3 seconden.
Zet het instrument aan
(1) Druk op de testtoets en houd deze 3 seconden ingedrukt tot
"ON" verschijnt.
• Alle display-indicatoren zijn geactiveerd, het akoestische
alarm weerklinkt, de alarm LED's branden, het trilalarm is
ingeschakeld, het gastype en de alarm-setpoints worden
elk 3 seconden weergegeven.
(2) Indien een kalibratie moet worden uitgevoerd:
• "DUE" en de zandloper worden 3 seconden weergegeven.
• Het instrument piept en "CAL" "DUE" knippert tot de
kalibratie is voltooid.
(3) Laat de testtoets los
(4) De gebruiker moet een setup voor frisse lucht uitvoeren
Na een correcte inschakeling zal het instrument de gaswaarden
weergeven, "%" of het "PPM"-symbool (afhankelijk van het type
instrument) en de batterij-indicator.
Functietests
De functietest moet worden uitgevoerd vóór elk gebruik. Indien
de functietest mislukt, kalibreert u het instrument.
NL
S", of "O
".
2
2
Bestelnr.: 10079353/02