Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
Instellen van de geleideaanslag (afbeelding 3):
1.
De vastzethendel lossen. Indien de hendel niet
voldoende wil draaien, trek dan de hefboomkop er uit en
draai deze terug.
2.
De geleideaanslag tot de gewenste hoek, die op de
gradenschaal (afbeelding 1/10) afgelezen kan worden,
zwenken.
3.
De vastzethendel vastmaken.
Instellen van de schaafdiepte (afbeelding 8):
1.
Instelschroef voor de schaafdiepte draaien.
2.
Op de schaal van de schaafdiepte kan de schaafdiepte
afgelezen worden.
Instellen van de beschermafdekking van de messen:
1.
Werkstuk tegen de geleideaanslag plaatsen (afb. 1/11).
2.
De vastzetschroef lossen.
3.
Bij vlakke werkstukken (<75 mm):
De beschermafdekking van de messen tot aan de
geleideaanslag schuiven en deze overeenkomstig de
werkstukdikte optillen. Het werkstuk iets onder de
beschermafdekking van de messen schuiven en deze
op het werkstuk laten zakken.
4.
Bij hoge werkstukken (>75 mm):
De beschermafdekking van de messen tot op het
tafelblad laten zakken en tot aan het werkstuk.
Vlakschaven:
1.
Motor inschakelen.
2.
Het werkstuk recht boven het toevoertafelblad met
behulp van de duwgrepen voorzichtig doorschuiven.
3.
Bij het schaven van de smalle kanten het werkstuk met
beide handen, met gesloten vuist of met de duwgrepen
tegen de aanslag en het tafelblad drukken en het boven
het toevoertafelblad schuiven.
4.
Oefen eerst op het uitvoertafelblad druk op het werkstuk
uit.
5.
Schakel de machine uit, indien niet onmiddellijk verder
gewerkt wordt.
Afschuinen:
1.
Werkstuk tegen de schuin gestelde aanslag plaatsen.
2.
De beschermafdekking van de messen zodanig instellen
dat de afdekking het werkstuk net raakt en de
vastzetschroef vastdraaien.
3.
Het werkstuk met de gesloten vuist of met de duwgrepen
tegen de aanslag en het uitvoertafelblad drukken.
4.
Het werkstuk met de andere hand of met de duwgrepen
boven het toevoertafelblad schuiven.
5.
Schakel de machine uit, indien niet onmiddellijk verder
gewerkt wordt.
Vandikteschaven
Het vandikteschaven dient er voor om een werkstuk met een
al glad geschaafde oppervlakte dunner te schaven. De al glad
geschaafde kant ligt op het schaaftafelblad. De aanzetrichting
is van links naar rechts. Pas na het schaven op lengte
afkorten omdat bij het vandikteschaven aan het begin en aan
het einde een uitholling in het werkstuk ontstaat.
Voorbereidingen:
Voor de instelwerkzaamheden altijd de netstekker uitnemen!
Afzuiginrichting plaatsen:
1.
Geleideaanslag (afb. 1/1) op 90° instellen.
2.
De afzuigkap op het schaaftafelblad plaatsen. Schuif nu
de twee bevestigingslussen in de sleuven van het
tafelblad.
3.
Maak de tafelhendel (afb. 12/a) los om de tafel om te
klappen.
1.
Let er op dat de hendel voor de vandikteschaaf in de
bovenste vaste positie (afb. 13/A) ingesteld is.
2.
Schaafdikte instellen. In een schaafdoorgang kan de
machine maximaal 2 mm afschaven. Deze afmeting
wordt echter enkel aanbevolen bij:
-
scherpe schaafmessen
-
zachte houtsoorten
-
een kleinere dan de maximale werkstukbreedte
3.
Motor inschakelen.
4.
Het werkstuk langzaam en recht in de pijlrichting
inschuiven. Het werkstuk wordt verder automatisch
ingetrokken.
5.
Schakel de machine uit, indien deze niet onmiddellijk
verder gebruikt wordt.
Stof- en spaanafzuiging
Bij gebruik van de vlak- en vandikteschaaf ontstaat houtstof
die het werken verhindert en gedeeltelijk
gezondheidsschadelijk is. Sluit derhalve altijd de opvangzak
voor spanen aan de afzuigaansluiting aan.
De motor loopt alleen, als de afzuigkap op juiste wijze
aangebracht is en daarmede de veiligheidsschakelaar
activeert.
Onderhoud en reiniging
Schakel de machine uit en neem de netstekker uit
voordat met onderhouds- en reinigingswerkzaamheden
begonnen wordt.
Om een goed functioneren van de machine te verkrijgen dient
u op de volgende punten te letten:
•
Nooit water op de machine spuiten.
•
Schaafspanen en -stof met de borstel of een stofzuiger
verwijderen.
•
Let er op dat de transportwalsen roest- en harsvrij
blijven.
•
Verwijder harsresten van de oppervlakte van de
tafelbladen, de snijwals en de daarop geplaatste
onderdelen met een in handel verkrijgbare onderhouds-
en verzorgingsspray. De klemonderdelen, de
meshouders en de messen kunnen hiervoor voor 24 uur
in paraffine, benzine of in de handel verkrijgbare
harsverwijderaars gelegd worden.
•
Het toevoer-, het afgifte- en het schaaftafelblad met een
dun laagje glijwas (Waxilit-Gleitspray # 55085)
behandelen.
•
Vervang altijd beide schaafmessen of laat deze slijpen,
indien u merkt dat de messen na meervoudig of langer
gebruik bot zijn geworden. De schaafmessen mogen
slechts tot een hoogte van 15 mm nageslepen worden.
•
Maak de opvangzak voor spanen regelmatig leeg. Was
de stofzak bij sterke vervuiling of minimaal éénmaal per
jaar met de hand in een milde zeepoplossing.
Voor onderhoud en reiniging verwijderde
veiligheidinrichtingen dienen absoluut weer juist aangebracht
en gecontroleerd te worden.
Messen vervangen:
Bij vervangen of slijpen van de schaafmessen de
netstekker uitnemen en handschoenen dragen! Wissel,
resp. slijp altijd beide schaafmessen.
1.
Geleideaanslag (afb. 1/11) op 90° instellen.
2.
De beschermafdekking van de messen van het tafelblad
naar beneden schuiven.
3.
Moeren van de klemschroef losmaken; indien deze niet
zichtbaar zijn, de snijwals voorzichtig met een stuk
afvalhout draaien.
4.
De kleminrichting en messen uitnemen.
5.
Reinig nu alle onderdelen.
6.
De kleminrichting met de nieuw geslepen messen
inzetten.
7.
Messen richten:
•
De instelmal (afbeelding 1/3) voor de schaafmessen
op het uitvoertafelblad plaatsen.
•
De instelmal aandrukken en er op letten dat de kant
van de mal goed tegen de kant van het
uitvoertafelblad aansluit.
•
De klemschroeven aandraaien. Daarbij van binnen
naar buiten te werk gaan.
8.
Ook het andere mes op de snijwals vervangen, ook als
deze niet bot is.
37
Publicité
