14. Verhelpen van storingen
Met het weerstation heeft u een product gekocht dat volgens de laatste stand van de techniek
werd gebouwd en gebruiksveilig is. Toch kan het tot problemen en storingen komen.
Hieronder vindt u enkele manieren om eventuele storingen te verhelpen:
Geen ontvangst van het signaal van de buitensensor
• De afstand tussen het weerstation en buitensensor is te groot. Wijzig de opstelplaats van
de buitensensor. Houd rekening met hoofdstuk 15.
• Zoek opnieuw manueel naar de buitensensor.
• De batterijen van de buitensensoren zijn te zwak of leeg. Probeer nieuwe batterijen te
plaatsen. Houd hiervoor rekening met hoofdstuk 13.
• Een andere zender met dezelfde of een naburige frequentie stoort het signaal van de
buitensensor. Wijzig de opstelplaats van de buitensensor of het weerstation.
• Bij lage temperaturen kan het bereik afnemen aangezien batterijen of accu's temperatuur-
gevoelig zijn. Als u accu's in de buitensensor gebruikt heeft, dan moet u proberen batterijen
te gebruiken, aangezien deze een hogere uitgangsspanning hebben.
Geen DCF-ontvangst
• Wijzig de opstelplaats van het weerstation. Houd voldoende afstand tot elektrische appa-
raten, metalen onderdelen, kabels. Gebruik het weerstation niet in een kelder.
• Zoek opnieuw manueel naar het DCF-signaal, zie hoofdstuk 11. a).
• Als er geen DCF-ontvangst mogelijk is, schakelt u de DCF-ontvangst uit (zie hoofdstuk 11.
a) en stelt u tijd en datum manueel in (zie hoofdstuk 11. b).
113