13. Verhelpen van storingen
Met het weerstation heeft u een product gekocht dat volgens de laatste stand van de techniek
werd gebouwd en gebruiksveilig is. Toch kan het tot problemen en storingen komen.
Hieronder vindt u enkele manieren om eventuele storingen te verhelpen.
Geen ontvangst van het signaal van de buitensensor
• De afstand tussen het weerstation en buitensensor is te groot. Wijzig de opstelplaats van
het weerstation of de buitensensor.
• Voorwerpen of afschermende materialen (gemetalliseerde isolatievensters, staalbeton,
etc.) verhinderen de draadloze ontvangst. Het weerstation staat te dicht bij andere elektro-
nische apparaten (televisietoestel, computer). Wijzig de opstelplaats van het weerstation of
de buitensensor.
Start het zoeken naar de buitensensor aan het weerstation, zie hoofdstuk 11. c).
• De batterijen van de buitensensoren zijn te zwak of leeg. Plaats bij wijze van proef nieuwe
batterijen in de buitensensor. Houd daarbij rekening met hoofdstuk 12.
• Heel lage buitentemperaturen (onder de -20°C) verminderen de prestaties van de batterijen
vooral van de accu's. Plaats als test nieuwe batterijen (geen accu's) in de buitensensor en
start het zoeken naar de buitensensor aan het weerstation, zie hoofdstuk 11. c).
• Een andere zender met dezelfde of een naburige frequentie stoort het signaal van de
buitensensor. Mogelijks helpt het om de afstand tussen het weerstation en de buitensensor
te verminderen.
Geen DCF-ontvangst
• Het weerstation bevindt zich in de buurt van andere elektronische apparaten, elektrische
leidingen of metalen onderdelen.
Ook gebouwen met staalbeton, metaalbeklede isolerende ramen of de opstelling in een
kelderruimte verhinderen een goede ontvangst van het DCF-signaal.
• De DCF-ontvangst is het best 's nachts omdat er dan de minste storingen door elektronische
apparaten is (vb. televisie of computer uitgeschakeld).
Wacht gewoon tot de volgende dag. Dan moet het weerstation de DCF-tijd en datum
weergeven.
117