10. Opstellen & montage
a) Weerstation
Zet het weerstation op een voldoende grote, vlakke oppervlakte.
Bescherm kostbare meubeloppervlakken met behulp van een geschikte onderlegger tegen
krassporen.
De beide toetsen "SNOOZE/LIGHT" aan de onderzijde dienen ook als standvoet.
Door gewoon op de onderzijde van het weerstation te drukken worden de toetsen
geactiveerd.
De opstelplaats moet zo gekozen worden dat het weerstation uit de nabijheid van radiatoren
e.d. is. Ook direct zonlicht moet vermeden worden (hierdoor zal het weerstation opwarmen en
niet meer de luchttemperatuur in de ruimte meten).
b) Buitensensor
Breng de buitensensor buitenshuis aan op een afgeschermde plek die de hele dag in de
schaduw ligt. Anders zal de temperatuurmeetwaarde door de zonbestraling vervalst worden.
Hetzelfde geldt, als er langere tijd regen of sneeuw op de sensor valt (de temperatuursensor
zou in dat geval niet meer de luchttemperatuur meten).
Gebruik de buitensensor nooit in water onder; hierdoor wordt deze vernietigd!
Omwille van het geïntegreerde LC-display is het zinvol om de opstelplaats zo te kiezen dat het
display b.v. door een raam afgelezen kan worden.
De buitensensor kan ofwel op een geschikte plaats worden gezet of u gebruikt de opening (12)
aan de achterzijde om de buitensensor aan een nagel, schroef of haak op te hangen.
Het bereik van het signaal van de buitensensor naar het weerstation bedraagt in vrij veld (bij
rechtstreekse visuele verbinding tussen zender/ontvanger) tot 50 m.
Het effectief bereikbare bereik is echter kleiner aangezien zich tussen het weerstation
en de buitensensor wanden, meubels, vensters of planten bevinden.
Ook de nabijheid van elektrische apparaten, kabels of metalen onderdelen vermin-
dert het bereik.
103