Eenleidingsysteem; Hydraulische Aansluitingen - Riello RL 34 MZ Instructions Pour Installation, Utilisation Et Entretien

6.1.3

Eenleidingsysteem

Voor de functionering met een eenleidingsysteem moet u de
flexibele terugvoerleiding losdraaien, de bypass 6) (Afb. 29) ver-
wijderen en de dop vastdraaien 7) (Afb. 29).
Zorg ervoor dat de afstand P niet groter is dan 10 m om de afdich-
ting van de pomp niet teveel te belasten. Zorg er tevens voor dat
de afstand V niet groter dan 4 m is.
Draai, voor automatisch aanzuigende pomp, de schroef 3)
(Afb. 20) los om de lucht in de aanzuigleiding te verwijderen en
wacht tot de brandstof naar buiten stroomt.
Legenda (Afb. 18)
H = Hoogteverschil pomp-voetklep
L = Lengte leiding
ø = Binnendiameter leiding
1 Brander
2 Pomp
3 Filter
4 Handmatige sluitklep
5 Aanzuigleiding
6 Voetklep
7 Op afstand bedienbare handmatige klep met snelsluiting
(alleen voor Italië)
8 Elektromagnetische sluitklep (alleen voor Italië)
11 Filter tank
6.2

Hydraulische aansluitingen

De pomp is voorzien van een bypass die de terugloopleiding in
verbinding stelt met de aanzuigleiding. De pomp is op de brander
bevestigd met de bypass, die afgesloten is met de schroef 6)
(Afb. 29 op pagina 27).
Het is dus noodzakelijk de beide flexibele slangen met de pomp
te verbinden.
Als u de pomp laat werken met gesloten teruglo-
opleiding en gesloten bypass schroef, dan gaat hij
onmiddellijk kapot.
OPGELET
Verwijder de doppen van de aanzuig- en terugloopleiding van de
pomp.
Draai op hun plaats de flexibele slangen met de standaard gele-
verde pakkingen vast.
Bij het monteren van de flexibele leidingen moet
hierop geen kracht uitgeoefend worden die ver-
buiging tot gevolg heeft.
OPGELET
Haal de flexibele leidingen door de openingen op de plaat links 5)
(Afb. 19) door de dunne scheidingswand te verwijderen of door
de volgende aanwijzingen in acht te nemen: draai de schroeven
1) los, deel het inzetstuk in de delen 2) en 3) op en verwijder de
dunne scheidingswand die de twee openingen 4) afsluit.
Plaats de flexibele leidingen zodanig dat er niet op getrapt kan
worden of met de warme onderdelen van de ketel in aanraking
komen.
Sluit, uiteindelijk, het andere uiteinde van de flexibele leidingen
aan op de bijgesloten nippels met behulp van twee sleutels:
plaats de ene sleutel op draaikoppeling van de flexibele leiding,
voor het aandraaien, en plaats de andere sleutel op de nippel ter
ondersteuning van de reactie.
6421
Hydraulische installatie
6
+/- H
(meter)
+ 4,0
+ 3,0
+ 2,0
+ 1,0
+ 0,5
D3871
20 NL
11
7
5
8
4
5
D11077
L (meter)
ø 8 mm ø 10 mm
51
45
39
33
29
4
A
1
2
3
Afb. 18
ø 12 mm
100 100
100 100
95 100
80 100
72 100
Tab. H
1
2
3
5
Afb. 19