11
Op de verdamper bevindt
zich ijs, ook aan het einde
van de ontdooiing.
12
Rondom de ventilatoren
van de verdamper ontstaat
ijsvorming.
13
Aan het plafond van de
koelruimte voor de
verdamper ontstaat
ijsvorming.
14
Onder het verdamperbassin
zijn druppels of ijsvorming.
* Als er fouten in de werking van de unit worden geconstateerd moet u ervoor zorgen dat deze niet te wijten zijn
aan het gemiste gewone onderhoud. Mocht dat niet het geval zijn, vraag dan de tussenkomst van een erkend
assistentiecentrum van ons. Als u bepaalde onderdelen moet vervangen, vraag dan een verdeler of een
geautoriseerde wederverkoper om ORIGINELE reserveonderdelen. De onderdelenlijst vindt u in de specifieke
catalogus "Prijslijst reserveonderdelen", die uitdrukkelijk bij de verdeler moet worden aangevraagd.
* Om de zes maanden moet de unit worden gecontroleerd door een erkend assistentiecentrum.
* Tijdens de sloop mag de unit niet onbeheerd worden achtergelaten vanwege de aanwezigheid van giftige
schadelijke stoffen (koudemiddel) die onderworpen zijn aan voorschriften die het lozen door geschikte centra
voorschrijven.
De unit wordt gebruikt in
omstandigheden die enigszins
afwijken van de optimale (nog
steeds acceptabel).
Als er nog veel ijs over is, is het
mogelijk dat het apparaat de
ontdooiing niet correct uitvoert.
Hete lucht komt binnen via de
condenswaterafvoer.
Tijdens de ontdooiing ontstaat
condenswater bij en op de
ventilatoren.
Tijdens de ontdooiing ontstaat
er te veel stoom en aan het
einde van de ontdooiing starten
de ventilatoren te vroeg
opnieuw.
De afvoerbuis is verstopt door
ijs omdat de interne
verwarming niet werkt.
De afvoerbuis is verstopt.
De ringen die de afvoerpijpen
met elkaar verbinden zijn
losgekomen.
Het bassin is vervormd door
een klap (bijv. tijdens de
installatie).
www.combisteel.com
Wijzig de kalibratie van de parameters
met betrekking tot de ontdooiing om de
frequentie van de cycli en de waarde van
de ontdooithermostaat te verhogen.
Afhankelijk van het type unit, controleer
de efficiëntie van het magneetventiel, van
de verwarmingstoestellen of van het
afbuigventiel, d.w.z. van de apparaten
betreffende de ontdooiing. Als een
onderdeel beschadigd is moet het worden
vervangen.
Controleer of er een sifon is gemaakt op
het afvoerkanaal buiten de koelruimte.
Verlaag de ontdooitemperatuur en
verleng de druiptijd.
Verlaag de ontdooitemperatuur en
verleng de uitschakelvertragingstijd van
de ventilatoren aan het einde van de
ontdooiing.
Controleer het toevoercircuit van de
verwarmer. Vervang de verwarmer als deze
kapot is.
Reinig de afvoerbuis (zie "Onderhoud").
Herstel de hydraulische aansluitingen.
Als de vervorming gering is, kunt u
proberen deze te vervormen; mocht dat
niet het geval zijn, verander dan het
bassin.
35