CombiSteel 7480 Serie Mode D'emploi page 31

Als het apparaat is voorzien van een watercondensor, is het raadzaam om voor het reinigen een loodgieter
of een gekwalificeerd persoon te raadplegen voor het gebruik van ontkalkingsmiddelen en materialen die
nodig zijn voor deze bewerkingen. Normaal gesproken is het voldoende om dit soort onderhoud één keer
per jaar uit te voeren, behalve voor specifieke problemen als gevolg van het hydraulische net; als dit is
gebeurd, dient u contact op te nemen met een loodgieter. Ook de condenswaterafvoer moet worden
gereinigd en ook in dit geval zou het beter zijn om een persluchtstraal van binnen naar buiten te gebruiken.
Deze bewerking moet normaal eenmaal per maand worden uitgevoerd; in koelruimten met een hoge
temperatuur waar een zeer vet product wordt bewaard, moet de efficiëntie van de afvoerkanalen vaker
worden gecontroleerd, zelfs tot eenmaal per week.
Het kan voorkomen dat zich door een afwijking een compacte ijslaag vormt op de lamellenbatterij van de
verdamper. Na de oorzaak te hebben vastgesteld en de storing te hebben verholpen, is het absoluut
noodzakelijk al het ijs te verwijderen voordat u de machine weer in werking stelt. Hiervoor is een handmatige
ontdooiing mogelijk (zie het handboek bij de handleiding van de elektronische instrumentatie). Als één
ontdooiingsproces niet voldoende is, wacht dan enkele minuten en herhaal de procedure. Als u het smelten
van het ijs nog meer wilt versnellen, dient u de volgende handelingen uit te voeren: het apparaat
uitschakelen met de hoofdschakelaar, de metalen zijkanten en de ventilatoren van de verdamper
demonteren, het ijs smelten met heet water, vervolgens de ventilatoren en de zijkanten weer monteren en
het apparaat in beweging zetten.
N.B. Om het ijs van de lamellenbatterij van de verdamper te verwijderen, mag u NOOIT metalen of geslepen
voorwerpen gebruiken.
Plaats het afgekeurde onderhoudsmateriaal op een geschikte opslagplaats als het vervuilend of niet biologisch
afbreekbaar is.
Storingslijst:
N.B. Bij elke storing aan de elektronische apparatuur, behalve het niet-starten, controleer eerst of de parameters
correct geprogrammeerd zijn (zie de instructies in het betreffende handboek).
Het elektronische bedieningspaneel en het elektronische instrument zijn voorzien van een binnenalarm dat
storingen van de sonde, uitschakeling van de drukschakelaar (alleen op het elektronische bedieningspaneel) en
slechte programmering van de parameters signaleert. Deze fouten verschijnen op het display door speciale codes
die in de specifieke instrumentatiehandleiding worden aangegeven.
Als op het display een indicatie verschijnt, die geen alarmcode, temperatuurindicatie of signalering van bepaalde
bedrijfsomstandigheden is, geprogrammeerd via de parameters (bijv. "dEF" tijdens de ontdooiing), betekent dit
dat de instrumentatie beschadigd is en u deze moet vervangen.
Normaal gesproken is deze storing het gevolg van elektrische ruis die de werking van de microprocessor die de
werking van het elektronische bedieningspaneel regelt, verhinderen. Daarom raden wij u aan de aanwijzingen
voor de plaatsing van de kabels van de apparaten in hoofdstuk 4 "ELEKTRISCHE AANSLUITING" op te volgen.
www.combisteel.com
31