4
Gebruik van de mobiele testbaan
4.1
Opvangschalen opstellen
4.2
Controle van de ingestelde werkbreedte
Mobiele testbaan BAG0073.2 11.14
Opvangschalen als volgt op een vlakke ondergrond zetten
(Fig. 1):
•
4 opvangschalen evenwijdig met het 1e rijpad (F1) op afstand
halve werkbreedte (1/2 F).
•
4 opvangschalen in het 2e rijpad (F2).
1. Strooier volgens strooitabel op de gewenste werkbreedte instel-
len.
Montagehoogte van de kunstmeststrooier vanaf de grond meten
2. Rijspoor F1 met het voorgeschreven aftakas toerental afrijden.
3. Voor het afrijden van rijspoor F2 controleren of er kunstmest in
opvangschaal II terecht gekomen is.
3.1 indien niet, alleen nog rijspoor F2 afrijden (Fig. 1).
3.2 indien wel, rijsporen F2 en F3 afrijden (Fig. 2).
4. Opgevangen hoeveelheid kunstmest van de rij opvangschalen I,
en II in de betreffende trechterhelften schudden.
5. Aan de hand van het kunstmestniveau in de zwei trechterhelften
de dwarsverdeling van de kunstmest beoordelen.
Gebruik van de mobiele testbaan
nl
59