BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Deze naaimachine is geen speelgoed. Laat kinderen niet spelen met de machine. De machine is niet bedoeld voor gebruik door kinderen zonder toezicht. Deze machine is ontworpen en gefabriceerd voor huishoudelijk gebruik. Lees alle instructies voordat u deze naaimachine gebruikt. GEVAAR –...
IMPORTANTES RECOMMANDATIONS DE SÉCURITÉ Votre surjeteuse a été conçue et fabriquée pour un usage DOMESTIQUE uniquement. Lire attentivement toutes les instructions avant de l’utiliser. DANGER - Pour éviter tout risque de choc électrique: 1. Ne jamais laisser la machine sans surveillance quand elle est raccordée au secteur. 2.
WICHTIGE SICHERHEITSHINWEISE Diese Nähmaschine ist kein Spielzeug. Erlauben Sie Kindern nicht, mit der Maschine zu spielen. Die Maschine darf nicht ohne geeignete Aufsicht von Kindern oder geistig behinderten Personen benutzt werden. Diese Nähmaschine wurde ausschließlich für den Hausgebrauch entwickelt und hergestellt. Lesen Sie vor Inbetriebnahme dieser Nähmaschine alle Anweisungen.
INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK I HOOFDSTUK IV Onderdelen Proefnaaien Vooraanzicht ..............8 Persvoetdruk instellen ..........74 Zijklep ................. 10 Naaisnelheid instellen ..........74 Voorklep ..............10 Afvalbakje ..............74 Standaardaccessoires ..........12 Beginnen met naaien ..........76 Afhechtvoorziening ............ 78 Eind van naad vastzetten .......... 80 HOOFDSTUK II Machine instellen HOOFDSTUK V...
Page 6
TABLE DES MATIÈRES SECTION I SECTION IV Composants de la machine Essai de couture Vue de face ..............9 Réglage de la pression du pied ......... 75 Couvercle latéral ............11 Contrôle de la vitesse de couture ......75 Couvercle avant ............11 Bac à...
Page 7
INHALTSVERZEICHNIS ABSCHNITT I ABSCHNITT IV Maschinenteile Probenähen Vorderansicht ............... 9 Einstellen des Fußdruckes ........75 Seitenabdeckung ............11 Regulieren der Nähgeschwindigkeit ......75 Vorderabdeckung ............11 Abfallschale ..............75 Standardzubehör ............13 Erste Schritte beim Nähen ......... 77 Nahtverriegelungsvorrichtung ........79 Anheften des Nahtendes ...........
SECTION I ABSCHNITT I Composants de la machine Maschinenteile Vue de face Vorderansicht 1. Molette de réglage de pression 1. Druckregler 2. Levier de débrayage de tension 2. Spannungslösehebel 3. Molette de tension du fil d’aiguille de gauche 3. Linker Oberfadenspannungs-Regler (gelb) (jaune) 4.
Zijklep Pak de klep vast en open deze naar links. 1. Persvoethendel en draadafsnijder 2. Naaldklem 3. Naald(en) 4. Persvoet 5. Naaldplaat 6. Naaldplaatontgrendelhendel 7. Snijbreedteknop 8. Ontgrendelknop bovenmes 9. Spreiderhouder Voorklep Trek de klep naar rechts en open deze naar u toe. 10.
Couvercle latéral Seitenabdeckung Saisir le couvercle et l’ouvrir sur la gauche. Halten Sie die Abdeckung fest und öffnen Sie diese nach links. 1. Levier de pied presseur et coupe-fil 2. Levier de recouvrement 1. Nähfußhebel und Fadenabschneider 3. Pince-aiguille 2. Nadelklemme 4.
Standaardaccessoires In het accessoirevak 1. Kloskappen 2. Reinigingsborsteltje 3. Oliespuitje 4. Vastklikdraadgeleider 5. Spanningontgrendelklem 6. Extra bovenmes 7. Sleutel om bovenmes te vervangen 8. Naaldinrijger 9. Pincet 10. Inbussleutel 1,5 mm 11. Assortiment naalden EL x 705 Bovendekaccessoires (in de accessoireruimte) 12.
Accessoires Standard Standardzubehör Dans la boîte d’accessoires Im Zubehörkasten 1. Capuchons de maintien des bobines 1. Spulenhalter 2. Brosse de nettoyage 2. Reinigungsbürste 3. Tube d’huile 3. Flasche Öl 4. Guide-fil encliquetable 4. Einrastbare Fadenführung 5. Pince de débrayage de tension 5.
HOOFDSTUK II Machine instellen Draadgeleiderpin bevestigen 1. Steek de draadgeleiderpin in de garenpenhouder achter op de machine. Zorg dat de uitsparing in de draadgeleiderpin vasthaakt in de ribbel van de houder. 2. Trek de draadgeleiderpin in de hoogste stand. Zorg dat het draadgeleidergedeelte op één lijn staat met de garenpennen.
SECTION II ABSCHNITT II Mise en Place de la Machine Einstellung der Maschine Fixation du Montant de Guide-fil Anbringen der Fadenführerstange 1. Insérer le montant de guide-fil dans l’embase 1. Setzen Sie die Fadenführerstange in die des broches porte-bobine située à l’arrière de la Garnrollenträger an der Rückseite der Maschine machine.
Machine aansluiten op elektriciteitsnet Zorg dat de aan/uitschakelaar uit staat. Alvorens het netsnoer/voetpedaal aan te sluiten controleert u of het voltage en de frequentie die op de machine zijn aangegeven, overeenkomen met het netstroomvoltage. Steek de stekker van de machine/het voetpedaal in de machine-ingang en de netstekker in het netstopcontact.
Branchement de la machine sur l’alimentation Anschluss der Maschine an den Netzstrom électrique L’interrupteur d’alimentation doit être en position Vergewissern Sie sich, dass der Netzstrom d’arrêt. Avant de brancher le cordon d’alimentation ou ausgeschaltet ist. Bitte achten Sie vor Anschließen des la pédale, vérifier que la tension et la fréquence Stromkabels bzw.
Hoe u de machine instelt met het programmascherm Draai de programmakeuzeknop en selecteer pro- gramma 2. N.B. Rijg de machine niet in alvorens u de machine hebt ingesteld op het geselecteerde programma. Snijd alle draden af en verwijder deze. TIP: Knip de draden af bij de grijper- en de naaldogen en trek deze weg met de hand.
Configuration de la machine à l’aide du Einstellung der Maschine über die panneau d’affichage des programmes Programmanzeige Tourner le sélecteur de programmes et sélectionner le Drehen Sie die Programmanzeige und wählen Sie programme désiré. Programm 2 aus. HINWEIS: REMARQUE: Die Maschine darf erst nach Einstellung der Maschine Ne jamais procéder à...
A. Steektype Selecteer het programmanummer dat correspondeert met het steektype dat u wilt naaien. U kunt kiezen uit 20 steektypen. Raadpleeg de steekdiagrammen die zijn aangegeven op de machine en binnen in de voorklep. N.B. Sommige programmanummers corresponderen met meer dan één steektype. Voorbeeld: •...
A. Type de point A. Stichart Sélectionner le numéro de programme correspondant Wählen Sie die Programmnummer für den Stich aus, au type de point que vous souhaitez coudre. den Sie nähen möchten. La machine propose un choix de 20 types de point. Es stehen 20 Sticharten zur Auswahl.
C. Programmanummer De draadspanningknoppen worden automatisch ingesteld op “N” wanneer u het programma selecteert. De spanning wordt automatisch ingesteld op de geschikte waarde voor het geselecteerde programma. De instructies voor het installeren van de machine worden ook weergegeven in begrijpelijke symbolen. N.B.
C. Numéro de programme C. Programmnummer Die Fadenspannungsregler werden bei der Les molettes de tension des fils se règlent Programmauswahl automatisch auf "N" eingestellt. Die automatiquement en position “N” lorsque l’on choisit ce programme. Les tensions se règlent automatiquement Spannung wird automatisch auf die richtigen Werte für das ausgewählte Programm justiert.
F. Naaldpositie U kunt kiezen uit 5 naaldposities voor de 20 steken. Welke naalden u dient te gebruiken voor de specifieke steek is aangegeven door gekleurde stippen boven de naaldpositiemarkering. De kleur van de stip komt overeen met de kleur van het steektype. Let op dat u de naald inbrengt in de juiste naaldpositie.
F. Nadelposition F. Position d’aiguille Il existe 5 positions d’aiguille, qui vont permettre de Zum Nähen der 20 Stiche stehen 5 Nadelpositionen coudre les 20 points. Les aiguilles à utiliser pour zur Auswahl. Die für einen spezifischen Stich zu verwendenden Nadeln werden in farblich kodierten chaque point particulier sont indiqués par des points Punkten oberhalb der Nadelpositionsmarkierungen de couleur au-dessus des repères de position...
H. Bovenmes Bovenmes ontkoppelen (omlaag) Draai het handwiel, zodat de naaldstang in de hoogste stand komt. Open de voor- en zijklep. Duw de bovenmesontgrendelknop naar rechts en draai deze naar u toe. N.B. Zorg dat de rand van de stof niet buiten de rechterkant van de naaldplaat komt, wanneer u naait met het bovenmes ontkoppeld.
H. Couteau supérieur H. Obermesser Pour désengager le couteau supérieur Ausrasten des Obermessers (ab) (position basse) Drehen Sie das Handrad und bringen Sie die Tourner le volant à la main de façon à amener la Nadelstange in ihre höchste Stellung. Öffnen Sie die barre à...
J. Overlockklep of naaitafel Voor programmanummers 1-9 dient u altijd de overlockklep aan de voorklep te bevestigen. Hoe u de overlockklep bevestigt De overlockklep beschermt de grijpers. Om de overlockklep te bevestigen opent u de voorklep en plaatst u de overlockklep buiten op de voorklep. Steek het eind van de overlockklep in de uitsparing op de bovenklep.
J. Overlock-Abdeckung oder Nähtisch J. Couvercle de surjeteuse ou table à coudre Für die Programmnummern 1-9 muss die Overlock- Pour les programmes numéro 1 à 9, toujours fixer le Abdeckung immer an die Vorderabdeckung angebracht couvercle de surjeteuse sur le couvercle avant. werden.
K. Persvoet (A of B) Zet de hendel op de persvoet naar A of B. De hendel regelt de veerdruk op de onderkant van de voet. De markeringen op de punt van de voet staan op één lijn met het insteekpunt van de naalden, een prima geleider om precies te naaien.
K. Pied presseur (A ou B) K. Nähfuß (A oder B) Pousser le levier du pied presseur en position A ou B. Stellen Sie den Hebel am Nähfuß auf A oder B. Der Hebel regelt den Federdruck an der Unterseite des Le levier commande le ressort qui agit en dessous du pied.
M. Kettinggrijperspanning (bruin) Rijg de kettinggrijper en kettinggrijperspanning in voor een van beide 5-draadssteken, nadat u een van de steken van programma 10 hebt geselecteerd. Voorbeeld: • 5-draadssteek (geel): Rijg de kettinggrijperspanning in en stel deze in op N. • 3-draads breed en overlock 3 (wit): Rijg de kettinggrijper niet in.
M. Tension du boucleur de point de chaînette M. Spannung des Kettenstichgreifers (braun) (marron) Enfiler le boucleur de point de chaînette et le dispositif Fädeln Sie den Kettenstichgreifer ein und stellen Sie de tension du boucleur de point de chaînette soit pour die Spannung des Kettenstichgreifers für 5-Faden- le point 5 fils, soit après avoir sélectionné...
HOOFDSTUK III Inrijgen De inrijgroutes verschillen naar gelang het pro- gramma dat u hebt geselecteerd. Terwijl u uw machine leert inrijgen, adviseren we u draden van dezelfde kleur als de spanningsknoppen te gebruiken. Daarmee leert u de functie van elke draad begrijpen.
SECTION III ABSCHNITT III Enfilage Einfädeln Die Einfädelwege ändern sich je nach dem Les trajets d’enfilage changent en fonction du ausgewählten Programm. programme sélectionné. Wir empfehlen, Fäden der gleichen Farbe wie die Pour apprendre à enfiler votre machine, nous vous Regler zu verwenden, wenn Sie das Einfädeln Ihrer recommandons d’utiliser des fils de la même couleur Maschine erlernen.
Na het inrijgen van de draadgeleiderstang haakt u de draad in de eerste geleider van de machine, zoals aangegeven. Accessoires voor decoratieve draden Er zijn veel decoratieve draden verkrijgbaar voor overlocktoepassingen. Zorg dat u draden en garens kiest die soepel door de grijper of naald gaan. Gebruik nooit een draad die gemakkelijk breekt als u eraan trekt.
Après avoir enfilé la barre guide-fil, glisser le fil dans Führen Sie das Garn nach Einfädeln der le premier guide de la machine, comme illustré. Fadenführungsstange in die erste Führung der Maschine (siehe Abbildung). Accessoires pour Fils Décoratifs Zubehör für Zierstiche Zur Verwendung des Overlock-Verfahrens stehen Il existe de nombreux fils décoratifs utilisables pour le zahlreiche Zierstiche zur Verfügung.
Inrijgoverzichten Raadpleeg de uitvoerige inrijgdiagrammen voor de inrijgroute bij elke codeletter; (A), (B3) enz. (pagina 62- 72). De beste resultaten bereikt u met lichte tot middelzware stof. 4-DRAADSVEILIGHEIDSSTEEK Selecteer 1 en stel de machine in. Een overlocksteek waarvoor twee naalden worden gebruikt.
Tableaux d’Enfilage Abrégés Einfädeltabelle (Schnellübersicht) Consulter les tableaux d’enfilage détaillés Nehmen Sie für die einzelnen Einfädelbahnen auf die correspondant à la lettre de code de chaque trajet detaillierten Schaubilder der Einfädelwege der d’enfilage’– (A), (B3), etc. (pages 62 à 73). jeweiligen Codebuchstaben (A), (B3), etc.
Page 41
BREIWERKSTRETCHSTEEK Selecteer 1 en stel de machine in. Dezelfde kenmerken als de 4-draadsveiligheidssteek. Het programma van de breiwerkstretchsteek gebruikt de instellingen voor differentieeltransport en steeklengte om te voorkomen dat het breiwerk uitrekt tijdens het naaien. Gebruikelijke toepassingen • Boordsel bevestigen op gebreide cols, manchetten of ceintuurs.
Page 42
POINT TRICOT EXTENSIBLE STRETCHSTICH Sélectionner 1 et configurer la machine. Wählen Sie 1 aus und stellen Sie die Maschine ein. Caractéristiques identiques au point de sécurité 4 fils. Die gleichen Eigenschaften wie der 4-Faden- Le programme du Point tricot extensible fait appel aux Sicherheitsstich.
Page 43
3-DRAADS BREED Selecteer 2 en stel de machine in. Drie draden vormen een evenwichtige verstrengelde steek aan de rand van de stof. De overlocksteek is geschikt voor middelzware tot zware stof. Gebruikelijke toepassingen • Gebreide panden naaien. • Randafwerking op één laag stof. Inrijgen in onderstaande volgorde: 1 Rode (F) inrijgroute voor bovengrijper (pagina 67) 2 Groene (G) inrijgroute voor ondergrijper (pagina 68)
Page 44
3 FILS LARGE BREITER 3-FADEN-STICH Sélectionner 2 et configurer la machine. Wählen Sie 2 aus und stellen Sie die Maschine ein. Trois fils se nouent ensemble sur le bord du tissu pour Drei Fäden umschlingen die Stoffkante und bilden so former un point équilibré.
Page 45
FLATLOCK 3 Selecteer 3 en stel de machine in. Drie draden vormen een onevenwichtige steek die u open kunt trekken tot een vlakke naad. Deze naad lijkt op de doorstiksteek in confectie-T-shirts en gebreide sportkleding. Gebruikelijke toepassingen • Panden zware gebreide stof naaien. •...
Page 46
FLATLOCK 3 FLATLOCK 3 Sélectionner 3 et configurer la machine. Wählen Sie 3 aus und stellen Sie die Maschine ein. Drei Fäden bilden einen unausgeglichenen Stich, der Trois fils forment un point non équilibré que l’on peut in eine flache Naht gezogen werden kann. Der Saum ouvrir pour avoir une couture à...
Page 47
FLATLOCK 2 Selecteer 5 en stel de machine in. De bovendraad en ondergrijperdraad vormen een steek die platgetrokken kan worden. Gebruikelijke toepassingen • Onderkledingpanden naaien. • Zoomtechniek. Inrijgen in onderstaande volgorde: 1 Groene (G) inrijgroute voor ondergrijper (pagina 68) 2 Gele (B2) inrijgroute voor R1-naald (pagina 63) OVERHANDS 2 Selecteer 5 en stel de machine in.
Page 48
FLATLOCK 2 FLATLOCK 2 Sélectionner 5 et configurer la machine. Wählen Sie 5 aus und stellen Sie die Maschine ein. Le fil d’aiguille et le fil du boucleur inférieur forment un Der Oberfaden und der untere Greiferfaden bilden point que l’on peut étendre à plat. einen Stich, der flach gezogen werden kann.
Page 49
SMALLE ZOOM 3 Selecteer 6 en stel de machine in. Drie draden vormen een evenwichtige steek die prima geschikt is als smalle randafwerking. Gebruikelijke toepassingen • Zomen op sjaals, servetten en ruches. • Onderkleding maken van lichte gebreide stof. Inrijgen in onderstaande volgorde: 1 Rode (F) inrijgroute voor bovengrijper (pagina 67) 2 Groene (G) inrijgroute voor ondergrijper (pagina 68) 3 Gele (B2) inrijgroute voor R1-naald (pagina 63)
Page 50
OURLET ÉTROIT 3 SCHMALER SAUM 3 Sélectionner 6 et configurer la machine. Wählen Sie 6 aus und stellen Sie die Maschine ein. Trois fils forment un point équilibré qui donne une Drei Fäden bilden einen ausgeglichenen Stich, der finition de bord étroite et de qualité. einen hervorragenden schmalen Kantenabschluss erstellt.
Page 51
ROLZOOM 2 Selecteer 8 en stel de machine in. De bovendraad en ondergrijperdraad vormen een steek waardoor de stof wordt opgerold alvorens de rand wordt gestikt. Gebruikelijke toepassingen • Aangezien er slechts 2 draden zijn, is het resultaat lichter en fijner dan rolzoom 3. Deze is geschikt voor lichte stof zoals chiffon en randafwerking van bruidssluiers.
Page 52
OURLET ROULEAUTÉ 2 ROLLSAUM 2 Sélectionner 8 et configurer la machine. Wählen Sie 8 aus und stellen Sie die Maschine ein. Le fil d’aiguille et le fil de boucleur inférieur forment un Der Oberfaden und der untere Greiferfaden bilden point qui roule le tissu avant de nouer le bord. einen Stich, der den Stoff einrollt, bevor die Kante eingefasst wird.
Page 53
DRIEVOUDIGE DEKZOOM Selecteer 10 en stel de machine in. De drievoudige dekzoom is 5,0 mm breed. Met drie naalden en de kettinggrijper worden drie lijnen gevormd die eruit zien als parallelle steken. Gebruikelijke toepassingen • Zoomafwerking • Doorstiksteken • Ceintuurlussen Inrijgen in onderstaande volgorde: 1 Bruine (I) inrijgroute voor kettinggrijper (pagina 72) 2 Gele (B1) inrijgroute voor L0-naald (pagina 63)
Page 54
OURLET COUVERT TRIPLE DREIFACHER COVERSTICH Wählen Sie 10 aus und stellen Sie die Maschine ein. Sélectionner 10 et configurer la machine. Der dreifache Coverstich ist 5,0 mm breit. Für ihn L’ourlet couvert triple mesure 5,0 mm en largeur. Il utilise trois aiguilles et le boucleur de point de chaînette werden drei Nadeln und der Kettenstichgreifer pour former 3 lignes semblables verwendet.
Page 55
DEKZOOM SMAL Selecteer 10 en stel de machine in. De drievoudige dekzoom is 2,5 mm breed. Met twee naalden en de kettinggrijper worden lijnen gevormd die eruit zien als parallelle rechte steken. Gebruikelijke toepassingen • Zoomafwerking op gebreide stof • Doorstiksteken •...
Page 56
OURLET COUVERT ÉTROIT COVERSTICH SCHMAL Sélectionner 10 et configurer la machine. Wählen Sie 10 aus und stellen Sie die Maschine ein. Der Coverstich ist 2,5 mm breit. Für ihn werden zwei L’ourlet couvert mesure 2,5 mm en largeur. Il utilise deux aiguilles et le boucleur de point de chaînette pour Nadeln und der Kettenstichgreifer verwendet.
BOVENDEKSTEEK (drievoudig, breed en smal) Een decoratieve industriële verstevigingssteek van 5,0 mm of 2,5 mm breed. Met twee of drie naalden, de bovendeksteekhaak en de kettinggrijper wordt een dekzoom gevormd met lussen aan de boven- en onderkant van de stof. Gebruikelijke toepassingen •...
DECKSTICH (dreifach, breit und schmal) POINT DE RECOUVREMENT (triple, large et étroit) Ein dekorativer Deckstich, der gewerblichen Surpiqûre décorative de type industriel, le Anwendungen gleichkommt und der 5,0 mm oder 2,5 recouvrement mesure 5,0 mm ou 2,5 mm en largeur. Il mm breit ist.
10. Draai het handwiel naar u toe om de beweging van de spreider te controleren. Inrijgen in onderstaande volgorde: 1. Bruine (I) inrijgroute voor kettinggrijper (pagina 72) 2. Gele (B1) inrijgroute voor L0-naald (pagina 65) 3. Blauwe (D1) inrijgroute voor L1-naald (pagina 62) 4.
10. Tourner le volant à la main vers soi pour vérifier le 10. Drehen Sie das Handrad auf sich zu, um die Bewegung des Blindgreifers zu prüfen. mouvement du dispositif étendeur. Procéder à l’enfilage dans l’ordre suivant : Fädeln Sie in folgender Reihenfolge ein: 1.
De naald inrijgen met de naaldinrijger Houd de naaldinrijger met het driehoekje omhoog. Steek de draad vanaf de rechterkant in de Y-vormige uitsparing van de inrijger. q Driehoek w Y-inkeping Schuif de inrijger omlaag langs de naald terwijl u deze zachtjes duwt totdat de inrijgerpin in het oog van de naald gaat.
Enfilage de l’Aiguille avec l’Enfile-aiguille Einfädeln mit dem Nadeleinfädler Tenir l’enfile-aiguille avec le repère en forme de triangle Halten Sie den Einfädler so, dass die dreieckige tourné vers le haut. Introduire le fil dans l’encoche en Y Markierung nach oben zeigt. Führen Sie den Faden de l’enfile-aiguille par le côté...
UITVOERIGE INRIJGDIAGRAMMEN INRIJGROUTE GEEL (A) TABLEAUX D’ENFILAGE DÉTAILLÉS DETAILLIERTE SCHAUBILDER DER EINFÄDELWEGE TRAJET DU FIL JAUNE (A) EINFÄDELWEG GELB (A) BELANGRIJK: Rijg zeker de draad in de opening (a) van het draadheveldeksel. Important: Wichtig: Veiller à passer le fil dans ouverture (a) du Stellen Sie sicher, dass der Faden in die Feder (a) levier releveur.
Page 69
UITVOERIGE INRIJGDIAGRAMMEN INRIJGROUTE GROEN (G) Draadgeleider ondergrijper Duw hendel (a) omlaag en haak de draad op geleider (b). Leid de draad van voren naar achteren door het gat (c) uiterst rechts op de grijper. Trek de draad terug naar links onder de persvoet en laat een eind van 10 cm (4 inch) over.
Page 70
TABLEAUX D’ENFILAGE DÉTAILLÉS DETAILLIERTE SCHAUBILDER DER EINFÄDELWEGE TRAJET DU FIL VERT (G) EINFÄDELWEG GRÜN (G) Guide-fil de boucleur inférieur Fadenführung des unteren Greifers Pousser le levier (a) vers le bas et accrocher le fil sur Drücken Sie den Hebel (a) herunter und legen Sie den le guide (b).
Page 71
INRIJGROUTE BRUIN (H) (voor 5-draads- en kettingsteek) Hoe u de kettinggrijper inrijgt Draai het handwiel, zodat de naaldstang in de laagste stand komt. Zet hendel (a) omhoog om de kettinggrijper te ontkoppelen. Haak de draad van achteren naar voren in sleuf (b). Trek de draad langs de grijper en leid de draad van voren naar achteren door gat (c) uiterst links op de grijper.
Page 72
TRAJET DU FIL EINFÄDELWEG MARRON (H) (pour 5 fils et point de chaînette) BRAUN (H) (für 5-Faden- und Kettenstich) Enfilage du boucleur de point de chaînette Einfädeln des Kettenstichgreifers Tourner le volant à la main de façon à amener la barre Drehen Sie das Handrad und bringen Sie die à...
Page 73
INRIJGROUTE BRUIN (I) (voor dekzomen en bovendeksteken) Hoe u de kettinggrijper inrijgt Draai het handwiel, zodat de naaldstang in de laagste stand komt. Zet hendel (a) omhoog om de kettinggrijper te ontkoppelen. Haak de draad van achteren naar voren in sleuf (b). Trek de draad langs de grijper en leid de draad van voren naar achteren door gat (c) uiterst links op de grijper.
Page 74
TRAJET DU FIL EINFÄDELWEG MARRON (I) (pour ourlets couverts et BRAUN (I) (für Deck- und Coverstiche) les points de recouvrement) Enfilage du boucleur de point de chaînette Einfädeln des Kettenstichgreifers Tourner le volant à la main de façon à amener la barre Drehen Sie das Handrad und bringen Sie die à...
HOOFDSTUK IV Proefnaaien De druk van de persvoet instellen De standaardinstelling is stand 5. U kunt de knop draaien om de persvoetdruk te verhogen of te verlagen, naar gelang het soort stof. Er zijn zes standen. Naaisnelheid instellen Met het voetpedaal kunt u de naaisnelheid regelen. Hoe harder u het voetpedaal indrukt, hoe sneller de machine loopt.
SECTION IV ABSCHNITT IV Essai de Couture Probenähen Réglage de la Pression du Pied Einstellen des Fußdruckes Le réglage standard est la position 5. On pourra Die Standard-Einstellposition ist 5. Sie können den changer la position de la molette pour augmenter ou Regler verstellen, um den Druckdruck je nach Stoffart diminuer la pression du pied en fonction du type de zu steigern oder zu verringern.
Page 77
Naaien Naai altijd een proefstukje op een restje van de stof die u wilt gebruiken. Plaats het restje stof onder de persvoet en naalden. Als de stof heel zwaar is, trekt u de persvoethendel naar u toe om de persvoet hoger de zetten dan de normale hoge stand.
Lancement du Travail de Couture So beginnen Sie zu nähen Toujours faire un essai de couture sur une chute du Nähen Sie immer zuerst zur Probe auf einem Rest des même tissu que l’ouvrage à réaliser. Placer la chute de Stoffes, den Sie verwenden werden.
Afhechtvoorziening Met de afhechtvoorziening kunt u een naad aan het begin vastzetten door een draadketting in de naad op te nemen. U kunt deze voorziening gebruiken voor de volgende steken: 4-draadsveligheidssteek, breiwerkstretchsteek, overlock 3, 3-draads breed, afwerksteek 2, afwerksteek 2 breed en stretch gewikkeld.
Dispositif pour points d’arrêt Nahtverriegelungsvorrichtung Le dispositif pour points d’arrêt permet d’arrêter une Mit der Nahtverriegelungsvorrichtung können Sie einen couture au point de départ en enfermant une chaîne de Saum am Nähanfang zu vernähen, indem Sie eine fils dans la couture. Le dispositif peut s’utiliser lorsque Fadenkette in den Saum einfassen.
Eind van naad vastzetten Naai tot het eind van de stof en stop. Zet de naalden en de persvoet omhoog. Terwijl u de spanningontgrendelhendel omhoog duwt, trekt u de stof zachtjes naar achteren om de draadketting te verwijderen uit de steektong. Draai de stof om (bovenkant van de naad naast de transporteur).
Arrêt de l’Extrémité de la Couture Anheften des Nahtendes Coudre jusqu’au bord du tissu et arrêter. Nähen Sie bis zum Stoffende und halten Sie an. Relever les aiguilles et le pied presseur. Heben Sie Nadeln und Nähfuß an. Tout en poussant le levier de débrayage de tension Drücken Sie den Spannungslösehebel hoch und ziehen Sie den Stoff gleichzeitig vorsichtig nach hinten, vers le haut, tirer doucement le tissu vers l’arrière et...
HOOFDSTUK V Instellingen Draadspanning Mogelijk moet u de draadspanning aanpassen naar gelang het soort draad of stof dat u gebruikt. Alvorens de spanning te wijzigen controleert u of de draad goed is ingebracht in de spanningschijven. (TIP: Houd de spanningontgrendelhendel ingedrukt terwijl u aan de draden trekt boven de spanningschijven.) U kunt de draadspanning aanpassen door de...
SECTION V ABSCHNITT V Réglages Justierungen Tension du Fil Fadenspannung Il peut être nécessaire d’ajuster la tension du fil en Die Fadenspannung muss eventuell justiert werden, je fonction du type de fil ou du tissu utilisé. nachdem welche Garnarten oder Stoffe Sie verwenden.
Page 85
3-draads overlock Uitgebalanceerde draadspanning a. De bovendraad moet eruitzien als rechte steken links van de rand van de stof, aan de voorkant (1) van de stof. De bovendraad is nauwelijks zichtbaar in de ondergrijperdraad aan de achterkant (2) van de stof. b.
Page 86
3-Faden-Overlock Surjet 3 fils Tension équilibrée Ausgeglichene Fadenspannung a. Der Oberfaden muss auf der rechten Seite (1) des a. Le fil d’aiguille doit ressembler à des points droits sur la gauche du bord du tissu, sur l’endroit (1) du Stoffes links neben der Stoffkante geraden Stichen ähneln.
Page 87
2-draads overhands Uitgebalanceerde draadspanning De bovendraad moet eruitzien als een rechte steek aan de voorkant (1) van de stof. Hij grijpt aan de rand van de stof in de ondergrijperdraad_. De bovendraad moet plat in een V-vorm liggen op de achterkant van de stof (2).
Page 88
2-Faden-Überwendlichstich Surfil à 2 fils Ausgeglichene Fadenspannung Tension équilibrée Der Oberfaden (a) muss Stiche auf der rechten Seite Le fil d’aiguille doit ressembler à un point droit sur (1) des Stoffes bilden, die geraden Stichen ähneln. Er l’endroit (1) du tissu. Il se noue avec le fil de boucleur verschlingt sich an der Stoffkante mit dem unteren inférieur sur le bord du tissu.
Differentieeltransport Differentieeltransport op een overlock is een transporteur in twee delen die de stof in verschillend tempo transporteert. De voorkant van de transporteur transporteert meer of minder stof onder de voet dan de achterkant. Deze functie is nuttig voor het naaien van gebreide stoffen die rekken, waardoor golven ontstaan wanneer deze worden genaaid op een overlockmachine.
Entraînement Différentiel Differentialtransport Sur une surjeteuse, l’entraînement différentiel est une Der Differentialtransport einer Overlock ist ein griffe d’entraînement en deux parties qui fait avancer le zweiteiliger Transporteur, der den Stoff in tissu à différentes vitesses. La partie avant de la griffe verschiedenen Verhältnissen zuführt.
Steeklengte De steeklengte (SL) kan worden aangepast naar gelang het gewicht van de stof en het vezelgehalte. U kunt de steeklengte instellen op een waarde tussen 0,5 en 5. Stel een kortere steeklengte in voor lichte of gladde stof. Stel een langere steeklengte in voor zware of dikke stof.
Longueur de Point Stichlänge Il est possible d’ajuster la longueur de point (SL) en Die Stichlänge (SL) kann je nach Gewicht und fonction de l’épaisseur du tissu et de la densité des Fasergehalt des Stoffes justiert werden. Die Stichlänge fibres. La longueur de point peut être réglée entre 0,5 kann zwischen 0,5 und 5 eingestellt werden.
Overlocksteken naaien op extra zware stof Vergrendel het bovenmes zodat de snijcapaciteit maximaal is. 1. Draai het handwiel, zodat de naaldstang in de laagste stand komt. 2. Open de zijklep. 3. Draai met de inbussleutel de schroef tegen de klok in totdat het bovenmes niet kan worden ontkoppeld.
Couture de points de surjet sur les tissus très Nähen von Overlock-Stichen auf sehr épais schweren Stoffen Bloquer le couteau supérieur de façon à disposer de la Stellen Sie das Obermesser fest, um maximale capacité de coupe maximale. Schnittkapazität zu gewährleisten. 1.
HOOFDSTUK VI Naaitechnieken Buitenhoeken naaien met overlocksteken Stop met naaien wanneer u aan het eind van de stof komt en zet de naald in de hoogste stand. Zet de persvoet omhoog. Duw de spanningontgrendelhendel terwijl u de draadketting zachtjes verwijdert uit de steektong.
SECTION VI ABSCHNITT VI Techniques de couture Nähtechniken Surjetage des Angles Extérieurs Außenecken mit Overlock-Stichen Hören Sie auf zu nähen, wenn Sie das Stoffende Arrêter de coudre en arrivant à la fin du tissu, puis erreichen, und bringen Sie die Nadel in ihre höchste relever l’aiguille dans sa position la plus haute.
Steken uit stof verwijderen Knip de bovendraden met tussenruimten af. Trek zachtjes aan de grijperdraad/draden om de steek los te maken. Kettingsteek – vierkante hoeken naaien Naai de laatste steek voor het draaipunt met het handwiel. Voer de steek uit. Haal de naald iets omhoog uit de stof.
Démontage de points sur le tissu Herausziehen von Stichen aus dem Stoff Couper le ou les fils d’aiguille par endroits. Tirer Schneiden Sie den Oberfaden (die Oberfäden) in doucement sur les fils de boucleur. Le point va se Abständen ab. Ziehen Sie vorsichtig den Greiferfaden défaire.
Dekzoom De meeste confectiekleding wordt gemaakt door de zomen plat op te bouwen, waarbij de zijnaad het laatst wordt genaaid. Veel thuisnaaiers naaien liever rond (cilinder). De dekzoom naaien “met de cilindermethode” Methode 1 Vouw de marge en druk deze plat en plaats de stof onder de persvoet.
Coverstich Ourlet couvert La majorité des vêtements prêt-à-porter sont Am Großteil der Konfektionskleidung weisen Säume eine Flachkonstruktion auf, wobei der Seitensaum assemblés par des ourlets confectionnés à plat, tandis zuletzt genäht wird. Viele Hobbynäher(innen) que la couture latérale est réalisée en dernier. Bon nombre de couturières à...
Vierkante hoeken naaien Naai tot draaipunt en stop met de naald omhoog. Draai het handwiel naar u toe om de naalden in de laagste stand in de stof te zetten. Draai het handwiel zorgvuldig achteruit om de naalden in de hoogste stand te zetten.
Changement de Direction dans les Angles Ändern der Nährichtung Coudre jusqu’à l’endroit du changement de direction et Nähen Sie bis zum Wendepunkt und halten Sie an. Die arrêter avec les aiguilles relevées. Tourner le volant à Nadeln müssen hochgestellt sein. Drehen Sie das la main vers soi de façon à...
Drievoudige dekzoom – doorstikken van een overlocknaad De drievoudige dekzoom maakt de overlocknaad vlakker en waardoor deze minder volumineus wordt, terwijl de rek en het comfort maximaal blijven. Doorstikken gaat snel en zorgt voor verfraaiing. Naai boordsel aan de stof met een 3-draads brede steek of 4-draadsveiligheidssteek.
Ourlet Couvert Triple - Surpiqûre d’une Dreifacher Coverstich – Übersteppen eines Couture en Surjet Overlock-Saums L’ourlet couvert triple aplatit la couture en surjet, ce qui Der dreifache Coverstich drückt den Overlock-Saum élimine l’excès de volume et permet une élasticité et un zusammen, so dass er flacher erscheint, maximale confort maximum.
HOOFDSTUK VII Onderhoud U dient de machine goed te reinigen en te oliën om maximale prestaties te garanderen. Reinigen en oliën Haal de netstekker uit het stopcontact. Open de voor- en zijklep. Verwijder de persvoet door op de hendel achter op de persvoethouder te drukken.
SECTION VII ABSCHNITT VII Entretien Wartung Un bon nettoyage et une bonne lubrification sont Es ist unbedingt erforderlich, die Maschine indispensables pour assurer le rendement maximum vorschriftsmäßig zu reinigen und zu ölen, um eine de la machine. optimale Maschinenleistung zu erzielen. Nettoyage et Lubrification Reinigen und Ölen Débrancher la machine de la prise murale.
Het bovenmes vervangen In het accessoirevak bevindt zich een extra bovenmes. Vervang het bovenmes wanneer dit bot of beschadigd 1. Haal de netstekker uit het stopcontact. 2. Open de voor- en zijklep. 3. Zet het bovenmes (a) in de actieve stand en vergrendel het bovenmes.
Remplacement du Couteau Supérieur Auswechseln des Obermessers Un couteau supérieur de rechange est fourni dans la Ein Obermesserersatz befindet sich im Zubehörkasten. boîte d’accessoires. Remplacer le couteau supérieur Ersetzen Sie das Obermesser, wenn es stumpf oder lorsqu’il s’émousse ou présente des entailles. eingekerbt ist.
PROBLEMEN OPLOSSEN OVERGESLAGEN OF ONREGELMATIGE STEKEN MACHINE LOOPT VAST Onjuiste inrijging ..............34-72 Onjuiste inrijging ..............34-72 Onjuiste draadspanning ............82-86 Naaldplaat niet goed bevestigd ..........104 Naaldproblemen: slechte kwaliteit, verbogen of stomp ... 32 Steeklengte te klein ............22, 90 Naalden niet juist ingebracht ............
Page 110
RÉSOLUTION DES PROBLÈMES POINTS SAUTÉS OU IRRÉGULIERS LES FILS S’EMMÊLENT SUR LA MACHINE Enfilage incorrect ..............35-73 Enfilage incorrect ..............35-73 Tension des fils incorrecte ........... 83-87 Plaque à aiguille mal fixée ............. 105 Problèmes d’aiguille - aiguille de mauvaise qualité, Longueur de point trop courte ..........
Page 111
STÖRUNGSSUCHE UND –BEHEBUNG MASCHINENSTAU ÜBERSPRUNGENE ODER UNREGELMÄSSIGE STICHE Falsches Einfädeln .............. 35-73 Falsches Einfädeln .............. 35-73 Falsche Oberfadenspannung ..........83-87 Stichplatte nicht richtig angebracht ........105 Nadelprobleme – schlechte Qualität, verbogen Stichlänge ist zu kurz ............23, 91 Falsche Oberfadenspannung ..........81-87 oder stumpf .................
Page 113
INDEX 3 FILS LARGE ............. 47, 85 Levier d’ouverture de plaque à aiguille ....13, 105 5 FILS ................ 45 Levier de débrayage de tension ..... 11 61, 83 Levier de pied presseur ........13, 75 Levier de sécurité de pince-aiguille ....13, 37, 75 Accessoires ............
Page 114
INDEX Abfallschale ............13, 75 Oberer Greifer ............11, 27 Ändern der Nährichtung ........97, 101 Oberfadenspannung ........35, 83-87 Außenecken ............... 95 Obermesser ........11, 13, 27, 93, 107 Ausgeglichene Oberfadenspannung ....83-87 Ölen ................. 105 Auswechseln des Obermessers ......107 Overlock-Abdeckung ..........
Page 115
797-801-000 (DU/FR/GE) Printed in Japan...
Page 116
797-801-000 (DU/FR/GE) Printed in Taiwan...