messen de juiste hoek hebben en in de juiste
diepte geslepen zijn. Onervaren gebruikers van
kettingzagen raden wij aan de ketting door een
vakman of in een werkplaats te laten slepen. Als
u toch zelf de ketting wil slepen, koop dan het
noodzakelijke gereedschap in de vakhandel.
1. schakel de zaag uit en trek de stekker uit.
2. kontroleer of de ketting aangespand is. Een
ontoereikende spanning laat de ketting bij
het slijpen afwijken en maakt goed slijpen
moeilijk.
3. voor het slijpen is een ronde vijl met een
diameter van 4,0 mm vereist.
Andere diameters beschadigen de ket-
ting en verhogen het gevaar op onge-
vallen bij het werken met de zaag.
4. slijp enkel van binnen naar buiten. Leidt de
veil van de binnenkant van de zaagtand
naar buiten. Houdt de veil omhoog als u ze
terugtrekt.
5. slijp eerst de tanden aan een kant. Draai de
zaag om en slijp de tanden aan de andere
kant.
6. de ketting is versleten en moet door een
nieuwe vervangen worden als er slechts
nog ca. 4 mm van de zaagtand over is.
7. na het slijpen, moeten alle snijdelen even
lang en breed zijn.
8. na 3 keer slijpen, moet telkens de slijp-
diepte (dieptebegrenzing) gekontroleerd
worden en de hoogte met behulp van een
platte vijl aangepast worden. De dieptebe-
grenzing moet ca. 0,65 mm tegenover de
zaagtand naar achter geplaatst worden.
Rond daarna de dieptebegrenzing een
beetje naar voor af.
Spanning instellen
Het instellen van de kettingspanning is in het
gedeelte over ingebruikname, kettingzaag
spannen, beschreven.
•
Schakel de zaag uit en trek de stekker uit
•
Kontroleer de spanning regelmatig en stel
deze zo veel mogelijk bij zodat de ketting
nauw aan het geleispoor ligt, maar toch
nog los genoeg zit om met de hand aan te
kunnen trekken.
Nieuwe ketting laten inlopen
Bij een nieuwe ketting vermindert de span-
kracht na enige tijd. Daarom moet u na de
eerste 5 snedes, daarna in grotere afstanden,
de ketting opnieuw aanspannen.
Bevestig nooit een ketting op een
afgesleten aandrijfwiel of een be-
schadigd zwaard.
Zwaard onderhouden
Gebruik snijvaste handschoenen als
u aan de ketting of het zwaard werkt.
Het zwaard moet na alle 8-10 uren gebruik
omgedraaid worden, om een gelijkmatige
slijtage te garanderen (zie ook gedeelte inge-
bruikname)
1. Schakel de zaag uit en trek de stekker uit.
2. neem de kettingwielbescherming, de ket-
ting en het zwaard af.
3. kontroleer het zwaard op slijtage. Verwij-
der beschadigingen op het geleispoor met
een platte vijl.
4. reinig de olietoevoer van het zwaard om
een optimale, automatische oliebevloeiing
van de ketting tijdens het zagen te garan-
deren (afb.23).
5. verwijder de spanplaat en schroef ze aan
afb. 22
de andere kant van het zwaard weer vast.
NL
B
73