NL
B
ketting met een trekkracht van 9 N (ca. 1 kg)
mag de afstand tussen de zaagketting en de
geleidingsrail niet meer dan 2 mm bedragen.
EKS 2000/6 QT (afb.7):
1. kontroleer of de kettingrem ontgrendeld
is, dat betekent dat de kettingremhendel
tegen het voorste handvat gedrukt is.
2. om de ketting aan te spannen, draait u de
knop (A) met de klok mee. Om de span-
ning te verminderen draait u de knop te-
gen de wijzers van de klok in.
3. draai de schroef om kettingwielbescher-
ming (B) vast te maken.
afb. 7
EKS 2000/6 (afb.8)
1. Vergewis u ervan dat de kettingrem los
staat, d.w.z. dat de kettingremhendel te-
gen de voorste handgreep is gedrukt (A).
2. Voor het spannen van de ketting draait u
de kettingspanschroef (B) volgens de wij-
zers van de klok (rechtsom).
Om de spanning te verminderen, draait
u de kettingspanschroef tegen de wijzers
van de klok in (linksom).
3. Draai de bevestigingsmoeren (C) vast
aan.
Een nieuwe zaagketting moet u na
minimaal 5 zaagsneden nogmaals op-
spannen.
C
66
A
B
afb. 8
Kettingsmering (afb. 9)
Zwaard en ketting mogen nooit zonder
olie vallen. Gebruikt u de elektrische
kettingzaag met te weinig olie, worden
de prestaties van de zaag minder en
wordt de levensduur korter, aangezien
de ketting sneller stomp wordt. Bij te
weinig olie is er rookontwikkeling of een
verkleuring van het zwaard zichtbaar.
De motorzaag is met een automatische olie-
bevloeiing uitgerust. Zodra de motor versnelt,
vloeit ook de olie sneller naar het zwaard toe.
Kettingolie bijvullen:
•
Kontroleer de oliestandindicatie (A) regel-
matig en vul bij het bereiken van de "Mini-
mumindicatie" olie bij.
•
Maakt u gebruik van Grizzly Bio-olie.
Deze olie omvat ter reductie van wrijving
en slijtage bijvoegingen en schaadt het
pompsysteem niet.
•
Als u niet beschikt over Grizzly Bio-olie,
vraagt u uw vakhandel naar kettingolie
zonder hechtende additieven. (Bij gebruik
van kettingolie met een te hoog hechtaan-
deel bestaat het gevaar, dat het pompsy-
steem vastplakt. Bij zulke beschadigingen
vervalt de garantie).
1. schroef de olietankdop(B) los en giet de
olie met behulp van een trechter in de tank.
2. veeg eventueel gemorste olie weg en sluit
de dop weer.
A
B
afb. 9
C