h) Montage van de vliegregelaar
In afbeelding 7, pos. 1 ziet u een mogelijke
inbouwplaats van de vliegregelaar. De montage moet
naargelang de gebruikte vliegregelaar apart worden
gekozen.
In afbeelding 7, pos. 2 ziet u een mogelijke montage-
plaats van de accu. Ook hier moet de latere inbouw en
fixering met klittenband apart gebeuren.
De definitieve positie van de vliegaccu is afhankelijk
van het gewicht van de gebruikte componenten en zal
voor de instelling van het zwaartepunt echter meestal
in de buurt van de vleugelsteek (zie ook afbeelding 10,
pos. 2) zijn.
Afbeelding 7
i) Montage van de motorkap
Afhankelijk van de gebruikte motor moet de motorkap
en de overgang naar de spinner op basis van eigen
meetresultaten aan de individuele omstandigheden
worden aangepast. Let onafhankelijk daarvan beslist
op een passende koeling van de aandrijving. Ter
oriëntering kunt u de informatie uit afbeelding 8a
gebruiken.
De motorkap wordt met telkens twee zelfsnijdende
schroeven 2 x 6 mm (afbeelding 8b, pos. 1) links en
rechts en aan de onderzijde aan de romp bevestigd.
Boor hiervoor overeenkomstig kleine gaten in de romp
die dan met secondenlijm „uitgehard" worden.
De montage van de motorkap moet zo gebeuren dat
de uitvorming van de motorkap aan de vleugelcontour
Afbeelding 8a
past (afbeelding 8b, pos. 2). De afstand van de
spinnerrugplaat tot de motorkap moet zo worden
gekozen dat er zich in deze omgeving ca. 2 - 3 mm
afstand bevindt (afbeelding 8b, pos. 3).
Tip uit de praktijk:
Om voor de onderste schroeven van de motorkap
perfect passende gaten te kunnen boren, kleeft u bij
gedemonteerde motorkap links en rechts met kleefband
twee papierstrookjes aan de romp vast (afbeelding 8a,
pos. 1).
De papierstrookjes moeten zodanig worden bevestigd
dat u de te boren gaten op de romp kunt markeren.
Daarna klapt u de papieren strookjes opnieuw naar
Afbeelding 8b
achter, zet u de motorkap op en markeert u de
boorgaten zoals op de papierstrookjes aan de motorkap
gemarkeerd.
77