Wanneer het model de geplande landingslijn vliegt verlaagt u verder het motorvermogen en houdt u het met het
hoogteroer horizontaal. Het model moet nu verder zakken en op het geplande landingspunt aan het einde van een
gedachte landingslijn toe vliegen.
Let vooral in deze kritische vliegfase echter altijd op een voldoende vliegsnelheid en maak het model niet te langzaam
door het motorvermogen te sterk te verlagen of door te stevig aan het hoogteroer te trekken.
Pas kort voor het landen door lichte toevoeging van het hoogteroer geland.
Verstel na de landing indien nodig de stuurstangen zodat het model recht vliegt en de trimhefbomen op de zender
terug in de middelste stand staan. Indien u het model perfect onder controle heeft, kunt u proberen de vliegprestaties
door een gericht verplaatsen van het zwaartepunt te optimaliseren.
83