8. Geheugenopslag
Dit apparaat slaat de laatste 200 meetwaarden op.
Bekijken van de opgeslagen waarden
Druk op de M-knop 2, wanneer het apparaat is uitgeschakeld. De
weergave toont eerst «M» AS en «A», wat staat voor het gemid-
delde van alle opgeslagen waarden.
Wederom op de M-knop drukken toont de vorige waarde. Door
nogmaals op de M-knop te drukken, kunt u door de meetresultaten
heen bladeren.
Geheugen vol
Let op dat de maximale geheugencapaciteit bedraagt 200
metingen. Wanneer het geheugen vol is zal de oudste meting
automatisch overschreven worden. Om gegevensverlies te
voorkomen, moeten waarden worden geëvalueerd door een arts
voordat de maximale geheugencapaciteit is bereikt.
Wis alle waarden
Als u zeker weet dat u alle waarden permanent wilt verwijderen,
dan houdt u de M-knop (het apparaat moet van te voren zijn uitge-
schakeld) ingedrukt totdat «CL» verschijnt en dan laat u de knop
los. Om het geheugen permanent te wissen, drukt u op de M-knop
terwijl «CL» knippert. Losse waarden kunnen niet worden gewist.
9. Batterij-indicator en batterijvervanging
Batterijen bijna leeg
Wanneer de batterijen ongeveer ¾ verbruikt zijn zal het batterij-
symbool AR knipperen zodra het apparaat ingeschakeld is (gedeelte-
lijk geladen batterij wordt weergegeven). Alhoewel het apparaat door
zal gaan met betrouwbaar meten moet u batterijen weldra vervangen.
Batterijen leeg – vervanging
Wanneer de batterijen leeg zijn, zal het batterijsymbool AR knipperen
zodra het apparaat ingeschakeld is (lege batterij weergegeven). U
kunt niet verder meten en moet de batterijen vervangen.
1. Maak het batterijcompartiment open AT aan de onderzijde van
het apparaat.
2. Vervang de batterijen – controleer de juiste polariteit zoals
getoond door de symbolen in het compartiment.
3. Om de datum en de tijd in te stellen volg de procedure zoals
beschreven in «Paragraaf 3.».
Het geheugen bevat alle waarden alhoewel datum en tijd
gereset moeten worden – het jaartal knippert daarom auto-
matisch nadat de batterijen zijn vervangen.
BP A200 AFIB
Welke batterijen en welke werkwijze?
Gebruik 4 nieuwe, long-life 1,5V, type AA alkaline batterijen.
Gebruik ge en batterijen waarvan de uiterste verkoopdatum
is verstreken.
Verwijder de batterijen als het apparaat voor een langere
tijd niet gebruikt gaat worden.
Gebruik van oplaadbare batterijen
U kunt voor dit apparaat ook oplaadbare batterijen gebruiken.
Gebruik a.u.b. alleen type «NiMH» oplaadbare batterijen!
De batterijen moeten worden verwijderd en opgeladen, als
het batterijsymbool (batterij leeg) verschijnt! Ze moeten niet
in het apparaat blijven, omdat ze beschadigd kunnen raken
(volledige ontlading tengevolge van een minimaal gebruik
van het apparaat, zelfs wanneer het uitstaat).
Verwijder altijd de oplaadbare batterijen, als u niet van plan
bent het apparaat voor een week of langer te gebruiken!
De batterijen kunnen NIET worden opgeladen in de bloed-
drukmonitor! Laad deze batterijen op in een externe
oplader en houdt u aan de informatie met betrekking tot het
opladen, onderhoud en duurzaamheid!
10. Gebruik van een netadapter
U kunt dit apparaat met de Microlife netadapter (DC 6V, 600 mA)
gebruiken.
Gebruik alleen de origineel beschikbare Microlife netadapter
voor uw voedingsspanning.
Controleer dat zowel de netadapter als de kabel niet
beschadigd zijn.
1. Steek de adapter kabel in de netadapteraansluiting 8 van de
bloeddrukmonitor.
2. Steek de netadapterstekker in de wandcontactdoos.
Wanneer de netadapter is aangesloten, wordt er geen batterij-
stroom gebruikt.
11. Foutmeldingen
Als er een fout optreedt, wordt de meting onderbroken en wordt
een foutmelding, b.v. «ERR 3», weergegeven.
Fout
Beschrijving Mogelijke oorzaak en oplossing
«ERR 1» Signaal te
De polsslag wordt onvoldoende doorge-
zwak
geven door de manchet. Plaats de
manchet opnieuw en herhaal de meting.*
NL
55