STARTEN MOTOR
Zet de brandstoftankkraan op ON of RES (pag. 18).
Controleer of de versnellingsbak in neutraal staat (pag. 21).
Trek aan de koppelingshendel (pag. 19).
Klap de standaard in (pag. 21).
MET KICKSTARTPEDAAL (pag. 21):
Het pedaal intrappen om de motor te starten door met de voet een flinke slag te geven.
LET OP
Zodra het pedaal ingetrapt is deze onmiddellijk loslaten. Dat voorkomt
terugslag voor het hele startsysteem en de voet.
ALS DE MOTOR KOUD IS:
Zet de starter aan (pag. 19), start de motor zoals hierboven beschreven, wacht
een paar seconden, en breng de starter dan terug in beginpositie.
UITSCHAKELEN MOTOR
Druk om de motor uit te schakelen op de aanwezige knop
groep (pag. 20).
OPMERKING:
Met de motor uit altijd de brandstofkraan op OFF zetten (pag. 18).
35
2
in de schakelaar
NL