Brandstof; Brandstoffilter - Textron JACOBSEN HR 5111 Mode D'emploi

Table des Matières

Publicité

ONDERHOUD
3. Controleer het motoroliepeil gedurende de eerste 50
bedrijfsuren tweemaal per dag. Hoger dan normaal
olieverbruik is tijdens de inloopperiode niet onge-
woon.
4. Verander de instelling van de motorregulateur niet
en geef de motor nooit een te hoog toerental.

7.7 BRANDSTOF _______________________________________________________________

!
!
WAARSCHUWING
oog op de grote ontvlambaarheid ervan. Gebruik
een goedgekeurde brandstofhouder waarvan de
schenktuit in de vulhals past. Gebruik geen
blikken of trechters om brandstof over te gieten.
Zolang de motor loopt of nog warm is, mag de
brandstofdop
nooit
verwijderd of brandstof worden bijgevuld.
Tijdens het hanteren van brandstof mag niet
worden gerookt. De tank mag nooit in een
besloten ruimte worden gevuld of afgetapt.
Mors geen brandstof. Waar dit wel gebeurt, dient
het gemorste onmiddellijk zorgvuldig te worden
opgenomen.
Brandstofhouders

7.8 BRANDSTOFFILTER_________________________________________________________

Raadpleeg
uw
motorhandleiding
informatie.
1. Voordat een filter wordt vervangen, moet het filterhuis
en het gedeelte rond het filter grondig worden gerein-
igd. Onder geen enkele omstandigheid mag vuil het
brandstofsysteem binnendringen.
NL-16
Hanteer
brandstof
voorzichtig met het
van
de
tank
worden
mogen
nooit
worden
voor
specifieke
TEXTRON TURF CARE AND SPECIALTY PRODUCTS
5. Als service van de inspuitpomp, de injectors of het
brandstofsysteem is vereist, neem dan contact op
met een erkende Jacobsen dealer/vertegenwoor-
diger.
gehanteerd nabij een open vlam of enig apparaat
dat vonken kan afgeven waardoor de brandstof
of dampen ervan kunnen ontsteken.
1. Vul de brandstoftank van de tractor aan het eind van
iedere werkdag tot een hoogte van 25 mm onder de
vulhals.
a. Gebruik schone, verse #2 diesel met een mini-
mum cetaangetal van 45.
b. Zorg ervoor dat de brandstofdop stevig wordt ter-
uggeplaatst.
2. Vervang de brandstoffilters, zoals gespecificeerd in
sectie 7.8.
3. Bewaar brandstof overeenkomstig landelijke, provin-
ciale of plaatselijke voorschriften en houd u aan de
aanbevelingen van uw brandstofleverancier.
2. Wanneer een brandstoffilter wordt vervangen dienen
de brandstofleidingen te worden gecontroleerd.
Versleten of beschadigde slangen moeten worden
vervangen en de leidingklemmen moeten worden
vastgezet.
3. Ontlucht het brandstofsysteem. Zie sectie 7.9.

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières