NEDERLANDS
nl
A
Gevaar!
Verleng het gereedschap voor
het vastschroeven niet.
Draai de schroeven niet vast door
op het gereedschap te slaan.
13. Messenas-afdekprofiel in de begin-
stand zetten.
14. De aanslag vastzetten.
7.2
Voedingsaandrijving
onderhouden
1.
Stekker uit het stopcontact trekken.
2.
Twee moeren van de aandrijvingsaf-
dekking los draaien en de aandrij-
vingsafdekking verwijderen.
3.
Houtstof en spaanders met behulp
van een spaanderafzuiginstallatie of
met een kwast verwijderen.
4.
Rollenketting en lagers van de assen
en lagers (pijl) met onderhouds- en
conserveringsspray matig
besproeien (geen olie gebruiken!).
5.
Aandrijvingsafdekking terug plaat-
sen en vastschroeven met beide
moeren.
7.3
Hoofdaandrijfsnaren
spannen
1.
Stekker uit het stopcontact trekken.
2.
Moer van de snarenafdekking los
draaien en snarenafdekking (89)
verwijderen.
3.
Snarenspanning met de duim con-
troleren. De hoofdaandrijfsnaar (88)
mag zich hierbij maximaal 10 mm
laten indrukken.
Als de hoofdaandrijfsnaar opnieuw
moet worden gespannen:
52
4.
Vier schroeven voor de motorbeves-
tiging één slag losdraaien.
88
90
5.
Druk de motor naar beneden zodat
de snaren worden gespannen.
6.
Als de spanning van de snaren cor-
rect is, draait u de motorbevestiging
(90) kruislings weer vast.
7.
Indien nodig houtstof en spaanders
met behulp van de spaanderafzuig-
installatie of met een kwast verwijde-
ren.
8.
Snarenafdekking terug plaatsen en
met de moer vastdraaien.
7.4
De machine reinigen en
onderhouden
1.
Stekker uit het stopcontact trekken.
2.
Houtstof en spaanders met behulp
van de spaanderafzuiginstallatie of
met een kwast verwijderen.
Messenas;
Hoogte-instelling voor het afdek-
profiel van de messenas;
Hoogte-instelling voor de vandik-
tetafel;
Voedingsaandrijving.
3.
Componenten met onderhouds- en
conserveringsspray gering
besproeien (geen olie gebruiken!):
Hoogte-instelling voor de vandik-
tetafel;
Hoogte-instelling voor het afdek-
profiel van de messenas.
4.
Aanvoertafel, afvoertafel en vandik-
tetafel voorzien van een dunne laag
glijwas.
7.5
De machine transporte-
ren
De machine kan door één persoon
getransporteerd worden. De machine
moet hiervoor bij de hoogte-instelling
(91) worden gekanteld totdat de
machine op de transportwielen (92) staat
en op de transportwielen wegrollen.
89
92
7.6
Machine opbergen
A
Gevaar!
1. Stekker uit het stopcontact trek-
ken.
2. Bewaar de machine altijd zo,
dat ze niet toevallig door onbe-
voegden aangezet kan wor-
den en
dat niemand zich aan de stil-
staande machine kan verwon-
den.
A
Let op!
Bewaar de machine niet onbe-
schermd op in open lucht of in een
vochtige omgeving.
7.7
Onderhoudsschema
De hier vermelde controles en werk-
zaamheden zijn nodig voor het behoud
van de veiligheid! Als er aan één van de
machineonderdelen een probleem vast-
gesteld wordt, mag de machine niet wor-
den gebruikt, totdat deze problemen vak-
kundig zijn verholpen!
Voor het begin van de werkzaamhe-
den
Terugslagbevei-
liging
91
Controleren:
De beweeglijk-
heid van de grij-
pers (deze moe-
ten vanzelf
terugvallen)
Punten van de
grijpers
(niet afgerond)