5.3
Aanvoertafel monteren
5.4
Hoogte-instelling voor
vandiktetafel monteren
5.5
Afvoertuit voor de spaan-
ders monteren
50
52
53
54
•
De afvoertuit voor de spaanders
(50) met vier plaatschroeven (51)
aan het bevestigingsprofiel (52)
vastschroeven.
•
Houder voor instelschroeven (54)
met twee plaatschroeven (53) aan
het bevestigingsprofiel (52) vast-
schroeven.
5.6
Aanslag monteren
1.
De houder voor de aanslag (60) van
de aanslagsteun (57) verwijderen.
Zorg ervoor dat u beide geleidings-
pennen (61) in de aanslaghouder
niet verliest.
2.
De aanslaghouder (60) met twee
inbusschroeven (59) aan de aan-
voertafel vastschroeven.
64
63
3.
De aanslagsteun opnieuw op de
aanslaghouder bevestigen.
4.
Twee slotschroeven (62) in het aan-
slagprofiel (63) schuiven en met
twee zelfborgende moeren (58)
vastschroeven aan de aanslagsteun.
5.
Een kunststofkap op beide uitein-
den van het aanslagprofiel (64)
plaatsen.
6.
Afdekplaten (55) aan elkaar schroe-
ven en met twee kruiskopschroeven
(56) aan de aanslagsteun schroe-
ven.
7.
Aanslagprofiel door het verstellen
van de beide instelschroeven exact
instellen op 45° en 90° (gebruik hier-
bij een winkelhaak).
51
5.7
Netaansluiting
B
Gevaar!
Elektrische spanning
Gebruik de machine uitsluitend in
een droge omgeving.
Sluit de machine enkel aan op een
stroombron die voldoet aan de
onderstaande eisen (zie ook "Techni-
sche gegevens"):
De stroomkring dient vakkundig
beveiligd te worden met een dif-
ferentieelschakelaar die aanslaat
bij een lekstroom van 30 mA.
De stopcontacten moeten regle-
mentair geïnstalleerd zijn en een
goedgekeurde aarding hebben;
Stopcontacten bij driefasenwis-
selstroom met nuldraad.
55
56
57
58
59
62
60
61
NEDERLANDS
Bij gebruik van een spaanderaf-
zuiginstallatie moet deze even-
eens van een goedgekeurde aar-
ding voorzien zijn;
De stroomkabel moet zo gelegd wor-
den dat het de werkzaamheden niet
kan bemoeilijken en dat de stroomka-
bel niet beschadigd kan raken.
Het snoer moet beschermd worden
tegen hitte, bijtende vloeistoffen en
scherpe randen.
Gebruik slechts verlengkabels met
voldoende doorsnede.
Trek de stekker niet aan de stroomka-
bel uit het stopcontact.
B
Draairichting controleren!
(enkel bij uitvoering met draaistroom-
motor):
Al naargelang de volgorde van aan-
sluiting van de fasegeleiders, is het
mogelijk dat de messenas in de ver-
keerde richting draait. Dit kan dit tot
schade aan de machine en het werk-
stuk leiden. Controleer daarom de
draairichting voor elke nieuwe aan-
sluiting.
Als de draairichting fout is, moeten
de fasen door een elektricien aan de
toevoerleiding of de netaansluiting
worden verwisseld.
6. Bediening
De schaafmachine HC 260 kan als vlak-
of als vandikteschaafmachine gebruikt
worden:
6.1
Gebruik als vlakschaaf
3
Aanwijzing:
het vlakchaven dient ertoe, een onre-
gelmatig oppervlakte glad te schaven
(= vlak schaven), bijvoorbeeld om
randen van een dikke plank te ver-
schonen.
Het werkstuk ligt op de aanvoertafel.
Het werkstuk wordt aan de onder-
kant bewerkt.
De aanvoerrichting van het werkstuk
is tegenovergesteld aan die van het
vandikteschaven.
nl
47