c) Uitlijning en tandflankspeling van de aandrijving controleren
De motor brengt zijn vermogen over via de rondsels op de koppelingsklok op de hoofdtandwielen. Beide draaiassen, dus de krukas aan de motorzijde en de as
van de aandrijving naar de voor- en achteras, moeten exact parallel uitgelijnd zijn. Zo worden spanningen in de aandrijving, voortijdige slijtage van de rondsels
en kogellagers alsook prestatieverlies voorkomen.
De parallelle afstelling van de krukas en de aandrijving moet vóór de ingebruikname van het voertuig gecontroleerd en evt. bijgesteld worden!
Bij een parallelle afstelling grijpen het rondsel op de koppelingsklok en de hoofdtandwielen gemakkelijk in elkaar. Te veel speling zal mettertijd de
tandwielen en te weinig speling de kogellagers in de koppeling en de motor vernielen.
Tandflankspeling controleren
• Leg telkens dunne papierstrookjes tussen de rondsels op de
koppelingsklok en de hoofdtandwielen in de aandrijving.
• Draai de tandwielen met de hand
• De papierstrookjes mogen bij het doordraaien niet scheuren!
Tandflankspeling afstellen
• Draai de vier schroeven van de bevestiging van de motorhouder aan
de onderkant van het chassis los
• Motor zijdelings uitlijnen en de schroeven weer goed vastdraaien.
• Vier schroeven boven op de motordrager losmaken en de motor
verticaal uitlijnen.
d) RC-installatie in gebruik nemen
Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing van uw afstandsbediening!
De zender kan zowel met accu's als met batterijen gebruikt worden. Let bij gebruik van accu's op een hoge capaciteit, omdat anders de bedrijfsduur afneemt. Als
u batterijen voor de afstandsbediening gebruikt, raden wij aan om hoogwaardige alkaline batterijen te gebruiken. Controleer met een batterijtester of de
resterende capaciteit voldoende is.
Als de accu's resp. batterijen leeg zijn, moet u steeds de volledige set vervangen (dus nooit afzonderlijke cellen!). Gebruik altijd batterijen of accu´s van
hetzelfde type en dezelfde fabrikant. Meng nooit batterijen en accu's door elkaar.
U kunt voor de ontvanger in principe zowel accu´s als batterijen gebruiken. Houd bij het gebruik van mignon-accu's echter wel rekening met de lagere spanning
(4 x batterijen van 1.5 V = 6 V, 4 x accu's van 1.2 V = 4,8 V). Deze lagere spanning in combinatie met de lagere capaciteit van accu's leidt tot een kortere
gebruiksduur en kan leiden tot storingen in het RC-systeem.
Onze tip:
Voor het bedrijf van de ontvanger moet een 5-cellig accupack (Hump-accupack), geschikt voor grote stromen, en met een bedrijfsspanning van 6V
gebruikt worden.
• Plaats de 8 batterijen resp. accu´s (type AA) in het batterij/accuvak van de zender. Let op de juiste polariteit!
• Open de RC-box op het chassis.
92