Parkeren (afb. 44)
De stilstaande motor op de zijstandaard zetten (zie pag. 38).
Het stuur helemaal naar links draaien en de sleutel op
LOCK zetten om diefstal te voorkomen.
Als u in een garage of in een andere ruimte parkeert,
controleer dan of deze goed geventileerd is en de motor
niet te dicht bij warmtebronnen staat.
NL
In geval van nood kunt u de parkeerlichten laten branden
door de sleutel in de stand P te zetten.
52
Belangrijk
Laat de sleutel niet te lang in de stand P staan,
want het kan zijn dat de accu dan leegloopt. Laat de
sleutel nooit op een onbewaakt voertuig steken.
Opgelet
Het kan zijn dat het volledige uitlaatsysteem
warm blijft, ook nadat de motor is uitgezet; raak het
uitlaatgedeelte dus niet aan met uw lichaam, pas goed op
en parkeer het voertuig niet in de buurt van ontvlambare
materialen (met inbegrip van hout, bladeren enz.).
Opgelet
Sloten of vergrendelingsystemen die beletten dat
de motor kan worden verplaatst (bijv. schijfremsloten,
kettingtandwielsloten enz...) zijn bijzonder gevaarlijk en
kunnen de motor en de bestuurder in gevaar brengen.
afb. 44