CoolAir SPX1200I
6.4
Verdampereenheid monteren
De verdampereenheid wordt horizontaal aan de achterwand van de
bestuurderscabine in de buurt van de slaapkooi geïnstalleerd.
➤ In de cabine een positie zoeken die geschikt is voor de bevestiging en die
een goede luchtverdeling mogelijk maakt.
A
LET OP!
• Let op dat de meegeleverde boorsjabloon niet ondersteboven wordt
gehouden.
• U kunt de boorsjabloon vanbinnen of vanbuiten tegen de bestuurders-
cabine houden. Let op dat u de volgende boorgaten voor de verbindings-
leiding en de condenswaterleiding gebruikt:
– vanbinnen: de met „Innen/Inside" aangeduide boorgaten
– vanbuiten: de met „Außen/Outside" aangeduide boorgaten
➤ Gaten voor het bevestigen van de verdampereenheid boren (afb. 5).
I
INSTRUCTIE
Bij een grotere afstand van de binnenbekleding tot de achterwand van de
bestuurderscabine moet het boorgat (Ø 15 mm) voor de schuin aflopende
condenswaterleiding iets lager worden geboord dan aangegeven op de
sjabloon. Als de afstand van de binnenbekleding tot de achterwand van de
bestuurderscabine ca. 25 mm bedraagt, moet het boorgat (Ø 15 mm) ca.
5 mm lager worden geboord, opdat het condenswater kan wegstromen.
➤ Gat voor de verbindingsleiding (Ø 30 mm) boren (afb. 6).
➤ Gat voor de condenswaterleiding (Ø 13 mm) boren (afb. 6).
A
LET OP!
Let op dat het koppelingsdeel met de dunne capillaire buisleiding niet
verdraaid of geknikt wordt.
➤ De verbindingsleiding voorzichtig afwikkelen.
➤ Verdampereenheid aanbrengen (afb. 7).
➤ Verdampereenheid van buiten bevestigen (afb. 8).
NL
Installatie
93