Montage controleren
● De snelspanners (1) dienen zo
stevig aangetrokken te zijn dat ze
nauw aansluiten op de duwstang en het
bovenstuk duwstang vast verbonden is
met onderstuk duwstang.
Als de duwstang niet vast gemonteerd
zit of wanneer de snelspanners niet
juist zitten, klapt u de snelspanners
open en stelt u deze correct in door
uitdraaien en opnieuw indraaien.
● Controleer de juiste positie van de
kabels (2, 3) en de kabelklemmen (4,
RM 2 RC).
7.3 Brandstof en motorolie
Voorkom schade aan het
apparaat!
Vul voor de eerste start motorolie
bij. Voor het vullen met motorolie en
tanken een aangepast vulhulpstuk
(bijv. trechter) gebruiken.
Motorolie:
gegevens over de te gebruiken
motorolie en de vulhoeveelheid
olie vindt u in de gebruiksaanwijzing van
de verbrandingsmotor.
Controleer de inhoud regelmatig (zie
gebruiksaanwijzing verbrandingsmotor).
Zorg ervoor dat de olie niet onder of boven
het juiste peil komt te staan.
Olietankdop voor het in gebruik nemen
van de verbrandingsmotor goed
vastschroeven.
Brandstof:
Advies:
Verse merkbrandstoffen,
Loodvrije benzine.
Gegevens over de brandstofkwaliteit
76
(octaangetal) vindt u in de
gebruiksaanwijzing van de
4
verbrandingsmotor;
8. Bedieningselementen
8.1 Algemeen
Kans op letsel!
Neem de
veiligheidswaarschuwingen in het
hoofdstuk ´Voor uw veiligheid´ in
acht. (
4.)
● Zet het apparaat voor alle beschreven
werkzaamheden op een vlakke en
stevige ondergrond.
5
8.2 Duwstang neerklappen
De duwstang kan neergeklapt
worden om plaatssparend te
vervoeren of op te slaan.
Gevaar op klemmen!
Door het lossen van de
snelspanners kan de duwstang
ongecontroleerd neerklappen.
Hou daarom de duwstang steeds
met één hand vast, terwijl u de
bevestiging losmaakt.
● De verbrandingsmotor uitschakelen en
de bougiestekker uittrekken. (
● Startkabel verwijderen. (
● Snelspanner (1) links en rechts openen
en de duwstang (2) voorzichtig naar
voor buigen.
8.3 Startkabel vast- en loshaken
Vasthaken
● Trek de bougiestekker van de
verbrandingsmotor.
● Duw de motorstopbeugel (1) naar de
duwstang en houd deze vast.
● Trek de startkabel (2) langzaam uit.
● Laat de motorstopbeugel (1) los en
haak de startkabel (2) in de
kabelgeleider (3).
● Sluit de bougiestekker aan.
Loshaken
● Trek de bougiestekker van de
verbrandingsmotor.
● Haak de startkabel (2) uit de
kabelgeleider (3).
6
8.4 Snijhoogteverstelling
Kans op letsel!
Schakel vóór het instellen van de
snijhoogte de verbrandingsmotor
uit.
Er kunnen 4 verschillende snijhoogtes
tussen 28 mm en 85 mm worden
ingesteld.
Stand 1 = de kleinste snijhoogte
11.2)
Stand 4 = de grootste snijhoogte
8.3)
Kans op letsel!
De instelling op de vooras en de
achteras moet hetzelfde zijn.
7
8
0478 111 9936 B - NL