Wanneer een hefwerktuig direct aan het ophangpunt beves-
tigd wordt (zie Afb. 5), dan moet met het eigen gewicht van
alle componenten in de streng en het dynamische aandeel
van de belasting uit de hefwerktuigaandrijving rekening
worden gehouden.
–
Controleer of door de bevestiging eventueel typeplaten (zie
Afb. 6) afgedekt worden.
Controleren van de componenten en de ac-
cessoires
–
Controleer de componenten en toebehoor op volledigheid
(zie '3.2 Omvang van de levering' op pagina 4 en
'4.2 Componenten/bouwgroepen' op pagina 5).
–
Op schade controleren.
7.3
Montage
Voorwaarden
De montage mag alleen door geschoold personeel plaats-
vinden.
De werkplek moet voldoende verlicht zijn.
Monteer zwaardere dragerklemmen met twee personen.
Dragerklem monteren
Siehe Afb. 3.
–
Schroef (1) losdraaien.
Aanwijzing:
Wanneer de schroef (1) er per ongeluk uitgedraaid werd:
–
controleren of de koperen schijf (2) in het schroefdraadgat
(3) aanwezig is.
OPGELET!!!
Risico op zware ongelukken!
Wanneer de spil moeilijk gedraaid kan worden, hoewel de
schroef voor het vastzetten is losgedraaid, is de schroefdraad
van de spil beschadigd.
–
Dragerklem ter reparatie naar TRACTEL Greifzug GmbH
opsturen.
–
Klemtangen (4) met spil (5) openen.
–
Dragerklem tegen draagbalk (6) aanzetten.
–
Klemtang met spil (5) sluiten:
Let erop dat de klemtangen alleen bij de met pijlen gemar-
keerde punten tegen de flens van de draagbalk aanliggen.
De dragerklem moet onwankelbaar vastzitten aan de
draagbalk.
–
Draai de schroef (1) van de spil aan.
De spil mag zich niet meer laten draaien.
G940.8 - 01/2021
Montage- en Bedieningshandleiding
Last aanslaan
Zie Afb. 4.
–
Sla de haak (1) van het hijswerktuig of andere aanslagmid-
delen (bijv. schakels) zo aan dat het ophangoog (2) naar
onderen wijst.
Let erop dat de grootte van de haak (1) bij het ophangoog
(2) past. De veiligheidsklep (3) moet gesloten zijn.
Na de montage
–
Bedrijfsklare toestand controleren en werkingstest verrich-
ten, zie '7.4 Inbedrijfstelling' op pagina 7.
7.4
Inbedrijfstelling
Bedrijfsklare toestand vaststellen
–
Bevestiging van de dragerklem controleren.
Werkingstest
–
Dragerklem ten hoogste met de toegelaten last belasten.
–
Scheef trekken controleren: scheef trekken is alleen binnen
de aangegeven grenzen in Tabel 1 op pagina II toegestaan!
–
Resultaten van de controles in het test- en logboek (zie
'14 Inspectie- en logboek' op pagina 10) vastleggen.
8
Bediening/werking
De operator moet door de exploitant in de bediening van het
apparaat geïnstrueerd en met het gebruik ervan belast zijn.
8.1
Controles voor aanvang van het
werk
–
Bedrijfsklare toestand controleren en werkingstest verrich-
ten, zie '7.4 Inbedrijfstelling' op pagina 7.
NL-7