Montage- en Bedieningshandleiding
4.4
Bevestiging
De dragerklem wordt aan dragers met - of H-profiel bevestigd.
–
Let op de profielmaten voor de betreffende dragerklem, zie
Tabel 1 op pagina II.
–
Neem de maximale bedrijfslast in acht, zie Tabel 1 op pagi-
na II.
Zie ook '7.3 Montage' op pagina 7.
4.5
Veiligheidsvoorzieningen
Schroef voor het vastzetten
Voor het vastzetten van de spil tijdens de werking zodat de spil
niet ongemerkt losraakt en de dragerklem neerstort.
4.6
Belastingslimieten
GEVAAR!
Onvakkundige bevestiging! Onvakkundig gebruik!
Risico op letsel door vallende voorwerpen!
Afhankelijk van de configuratie van hijswerktuig, omkeerrol en
last wordt de belasting van de omkeerrol, aanslagmiddel en
ophangpunt verhoogd!
–
De minimale breukvastheid van de drager moet hoger
zijn dan het 4-voudige van de maximale bedrijfslast van
het hefwerktuig in de gegeven inbouwsituatie. (zie Afb. 7
afb. 'a' en 'b').
–
Wanneer een hefwerktuig direct aan het ophangpunt
bevestigd wordt (zie Afb. 7), dan moet met het eigen ge-
wicht van alle componenten in de streng en het dynami-
sche aandeel van de belasting uit de hefwerktuigaandrij-
ving rekening worden gehouden.
Onvakkundige bevestiging! Onvakkundig gebruik!
Scheef trekken is alleen binnen de aangegeven grenzen in
Tabel 1 op pagina II toegestaan!
–
Let op de gegevens voor de hoek α en β, zie Tabel 1 op
pagina II.
5
Optionele toebehoren
Aanvullend kunnen de volgende toebehoren worden verkregen:
Met motor aangedreven kabellier tirak™
Handbediende multifunctionele staaldraadtrekker greifzug™
Motorisch aangedreven staaldraadtrekker minifor™
Elektrisch aangedreven kettingtakel tralift™ TE
Takel bravo™
Bloktakel tralift™
Omkeerrollen, adapter
NL-6
Neem hiervoor direct contact op met de TRACTEL Greifzug
GmbH.
6
Noodzakelijke toebehoren
Om het product te kunnen gebruiken, heeft u de volgende toebe-
horen nodig, die niet bij de levering zijn inbegrepen:
Aanslagmiddelen en bevestigingsmiddelen met een toerei-
kende minimale breukvastheid (zie 'Bouwkundige eisen' op
pagina 5).
Handbediend of elektrisch hijswerktuig
Verdere originele Greifzug toebehoren: Zie '5 Optionele toebeho-
ren' op pagina 6.
De exploitant of de installatiefabrikant is verantwoordelijk voor de
keuze en het gebruik van accessoires die geschikt zijn voor
gebruik onder de gegeven plaatselijke omstandigheden. Verdere
voorschriften in de toepasselijke wet- en regelgevingen moeten
in acht worden genomen.
7
Installatie en inbedrijfstelling
7.1
Richtlijnen en normen
De machine voldoet aan de volgende richtlijnen en normen:
Machinerichtlijn 2006/42/EG
EN ISO 12100:2010
Machines voor het hijsen van personen of van personen en
goederen (personentransport):
EN 1808:2015
De exploitant of de installatiefabrikant is er verantwoordelijk voor
dat de machine binnen de in deze gebruiksaanwijzing aangege-
ven limieten wordt gebruikt. De bovengenoemde richtlijnen en
normen moeten ook door de exploitant of installatiefabrikant van
de machine in acht worden genomen waarin deze machine wordt
gemonteerd.
7.2
Controles voor aanvang van de mon-
tage
Controle van de inbouwlocatie
Algemeen
–
Controleer of een adequate montage door andere compo-
nenten wordt belemmerd.
In de inbouwruimte mogen geen spitse of scherpgerande
componenten aanwezig zijn.
–
Controleer of de omkeerrol, de aanslagmiddelen en de op
locatie aanwezige ophangpunten de vereiste minimale
breukvastheid hebben, zie 'Bouwkundige eisen' op
pagina 5.
G940.8 - 01/2021