Anleitung BG_SC_2240_P_SPK7:_
6. Vóór ingebruikneming
Het gereedschap is bij aflevering gedemonteerd.
Voor gebruik van het gereedschap moeten de
opvangkorf en de complete schuifbeugel worden
aangebracht. Volg de gebruiksaanwijzing stap voor
stap en raadpleeg de illustraties voor een
gemakkelijke assemblage.
Montage van de onderste schuifbeugel (fig. 3)
De onderste schuifbeugel (fig. 3, pos. 3) op de
schuifbeugelhouder monteren d.m.v. de bijgaande
schroeven (fig. 3, pos. 9) en moeren (fig. 3, pos. 10).
Let op! 2 verschillende hoogteafstellingen van de
schuifbeugel kunnen worden ingesteld. Daarvoor
ofwel de bovenste of onderste positie van het
slobgat kiezen.
Montage van de bovenste schuifbeugelhouder
(fig. 4)
Bovenste schuifbeugel (fig. 4, pos. 2) positioneren
zodat de gaten van de bovenste schuifbeugel
overeenstemmen met de gaten van de onderste
schuifbeugel.
De buizen aan elkaar vastschroeven met de
bijgaande schroeven (fig. 4, pos. 12) en moeren (fig.
4, pos. 8). De gaskabel en de motor start-/stopkabel
fixeren op de onderste schuifbeugel m.b.v. de
bijgaande kabelbevestigingsclips (fig. 4, pos. 11).
Montage van de opvangkorf (fig. 5)
Uitwerpklep (fig. 5, pos. 5) met één hand opheffen en
de opvangzak (fig. 5, pos. 6) met de andere hand
aan het handvat van boven vasthaken.
Let op! Bij het vasthaken van de opvangkorf moet
de motor afgezet zijn en mag de wals niet draaien!
7. Bediening
Let op!
De motor wordt zonder olie geleverd. Daarom
dient u voor de inbedrijfstelling absoluut olie in
te gieten. Het oliepeil in de motor dient telkens
vóór het maaien te worden gecontroleerd.
Starten van het gereedschap (fig. 6-7)
Om het ongewild starten van de motor te voorkomen
is die voorzien van een motorrem (fig. 6, pos. 1) die
u altijd moet bedienen terwijl het gereedschap in
werking is, anders stopt de motor.
Let op! Als u de motorremhendel loslaat moet die
terugkeren naar zijn oorspronkelijke stand en de
motor moet stoppen. Is dit niet het geval mag het
29.06.2010
8:10 Uhr
Seite 39
gereedschap niet worden gebruikt.
1. Benzinekraan opendraaien (fig. 7, pos. B).
Hiervoor de kraan naar de stand "ON" draaien.
2. Chokehendel (fig. 7, pos. C) naar de stand
"choke" brengen.
3. Gashendel (fig. 1, pos. 7) naar de tussenstand
brengen.
4. Motorremhendel (fig. 6, pos. 1) bedienen en de
starttrekkabel (fig. 7, pos. A) flink doorhalen tot
de motor start.
5. Motor eventjes laten warmdraaien en daarna de
chokehendel (fig. 7, pos. B) naar de stand "RUN"
brengen.
6. Met de gashendel (fig. 6, pos. 7) kan het
toerental van de messenwals worden geregeld
(schildpad = traag / haas = snel).
Let op! De starttrekkabel altijd langzaam uittrekken
tot de eerste weerstand voordat u hem flink
doorhaalt om te starten. Laat de starttrekkabel na het
starten niet terugschieten.
Let op! De verticuteerwals roteert als de motor wordt
gestart.
Let op!
Open de uitlaatklep nooit terwijl de motor nog draait.
Draaiende messenwals kan leiden tot lichamelijk
gevaar.
Maak de uitlaatklep steeds zorgvuldig vast. De klep
wordt door de trekveer teruggeklapt naar de "DICHT"
positie!
De door de geleidestelen gegeven veiligheidsafstand
tussen het koetswerk en de gebruiker dient steeds in
acht te worden genomen. Tijdens het verticuteren en
veranderen van rijrichting op bermen en hellingen
dient u bijzonder voorzichtig te werk te gaan. Let op
een veilige stand, draag schoenen met slipvaste
zolen en een lange broek. Verticuteer steeds dwars
over de helling.
Hellingen van meer dan 15% mogen om
veiligheidsredenen niet worden geverticuteerd.
Wees bijzonder voorzichtig bij het achteruit bewegen
en trekken van de verticuteerder, struikelgevaar!
Instellen van de werkdiepte (fig. 8)
Om de werkdiepte in te stellen de hendel voor de
diepteafstelling (fig. 8, pos. 4) lichtjes weg van het
gereedschap drukken, de gewenste diepte instellen
en de hendel terug laten vastklikken.
Let op! Voor het transport de hendel voor de
diepteafstelling naar de hoogste stand brengen.
NL
39