In de winterstand is de punt van de
pijl (1) zichtbaar.
Kap monteren – zie "Kap"
N
Rondom de carburateur stroomt nu
warme lucht die van de cilinder komt –
geen ijsvorming in de carburateur.
Bij temperaturen boven +20 °C
Schuif beslist weer in de stand s
N
(zomerstand) draaien – omdat
anders de kans op motorstoringen
door oververhitting bestaat
Bij temperaturen lager dan -10 °C
Bij onregelmatig stationair toerental of
slecht opnemen
Stelschroef stationair toerental (L)
N
1/4 slag linksom draaien
Na elke correctie van de stand van de
stelschroef stationair toerental (L) moet
meestal ook de stand van de
aanslagschroef stationair toerental (LA)
worden gewijzigd, zie "Carburateur
afstellen".
Bij een sterk afgekoelde motorzaag
N
(rijpvorming) na het starten de
motor met een verhoogd stationair
toerental (kettingrem gelost!) op
bedrijfstemperatuur laten komen
Luchtfiltersysteem
Luchtfilter zo nodig ombouwen – zie
N
"Luchtfiltersysteem"
MS 271, MS 271 C, MS 291, MS 291 C
Motor starten/afzetten
Standen van de combischakelaar
STOP
0
Stop 0 – motor uit – ontsteking is
uitgeschakeld
Werkstand F – motor draait of kan
aanslaan
Startgas n – in deze stand wordt de
warme motor gestart – de
combischakelaar springt bij het
bedienen van de gashendel in de
werkstand
Chokeklep gesloten l – in deze stand
wordt de koude motor gestart
Combischakelaar instellen
Voor het verstellen van de
combischakelaar vanuit de werkstand F
naar chokeklep gesloten l de
gashendelblokkering en de gashendel
gelijktijdig indrukken en vasthouden – de
combischakelaar instellen.
Voor het instellen van de
startgasstand n de combischakelaar
eerst in de stand chokeklep gesloten l
plaatsen, daarna de combischakelaar in
de startgasstand n drukken.
Het overschakelen naar de
startgasstand n is alleen vanuit de
stand chokeklep gesloten l mogelijk.
Door het indrukken van de
gashendelblokkering en het gelijktijdig
aantippen van de gashendel springt de
combischakelaar vanuit de
startgasstand n in de werkstand F.
Voor het uitschakelen van de motor de
combischakelaar in de stopstand 0
plaatsen.
Stand chokeklep gesloten l
bij koude motor
–
Als de motor na het starten bij het
–
gas geven afslaat
Als alle benzine werd verbruikt
–
(motor sloeg af)
Startgasstand n
Bij warme motor (zodra de motor ca.
–
een minuut heeft gedraaid)
Na de eerste ontsteking
–
Na het ventileren van de
–
verbrandingskamer, als de motor
was verzopen
Nederlands
29