19 Motor starten/afzetten
De handbeschermer met de linkerhand in de
richting van de zaagbladneus drukken – of auto‐
matisch door de terugslag van de zaag: de zaag‐
ketting wordt geblokkeerd – en staat stil.
18.2
Kettingrem lossen.
► De handbeschermer naar de draagbeugel
trekken
LET OP
Alvorens gas te geven (behalve bij de controle
op de werking) en voor het zagen, moet de ket‐
tingrem worden gelost.
Een verhoogd motortoerental bij een geblok‐
keerde kettingrem (zaagketting staat stil) leidt al
na korte tijd tot schade aan de motor en het ket‐
tingmechanisme (koppeling, kettingrem).
De kettingrem wordt automatisch ingeschakeld
bij een voldoende sterke terugslag – door de
massatraagheid van de handbeschermer: De
handbeschermer slaat naar voren in de richting
van de zaagbladneus – ook als de linkerhand
zich niet op de draagbeugel achter de handbe‐
schermer bevindt, zoals bijv. bij de velsnede.
De kettingrem functioneert alleen als er geen
enkele wijziging aan de handbeschermer wordt
doorgevoerd.
18.3
Werking van de kettingrem
controleren
Elke keer voor begin van de werkzaamheden: bij
stationair toerental de zaagketting blokkeren
(handbeschermer in de richting van de zaagblad‐
neus drukken) en kortstondig (max. 3 seconden)
vol gas geven – de zaagketting mag niet mee‐
draaien. De handbeschermer moet vrij zijn van
vuil en moet goed gangbaar zijn.
18.4
Kettingrem onderhouden
De kettingrem staat bloot aan slijtage door wrij‐
ving (natuurlijke slijtage). Om goed te kunnen
0458-206-9421-C
blijven functioneren, de rem regelmatig door
geschoold personeel laten onderhouden. STIHL
adviseert onderhouds- en reparatiewerkzaamhe‐
den alleen door de STIHL dealer te laten uitvoe‐
ren. De volgende intervallen moeten worden
aangehouden:
Continu gebruik:
periodiek gebruik:
incidenteel gebruik:
19 Motor starten/afzetten
19.1
Standen van de combischake‐
laar
0
Stop 0 – motor uit – ontsteking is uitgeschakeld
Werkstand F – motor draait of kan aanslaan
Startgas n – in deze stand wordt de warme
motor gestart – de combischakelaar springt bij
het bedienen van de gashendel in de werkstand
Chokeklep gesloten l – in deze stand wordt de
koude motor gestart
19.2
Combischakelaar instellen
Voor het verstellen van de combischakelaar van‐
uit de werkstand F naar chokeklep gesloten l
de gashendelblokkering en de gashendel gelijk‐
tijdig indrukken en vasthouden – de combischa‐
kelaar instellen.
Nederlands
elk kwartaal
halfjaarlijks
Jaarlijks
STOP
109