Nederlands
Motorzaag transporteren
Altijd de kettingrem blokkeren en de
kettingbeschermer aanbrengen – ook bij
het transport over korte afstanden. Bij
transport over een langere afstand
(meer dan ca. 50 m) bovendien de
motor afzetten.
De motorzaag alleen aan de
draagbeugel dragen – de hete
uitlaatdemper van het lichaam vandaan,
het zaagblad naar achteren gericht.
Hete machineonderdelen, vooral de
uitlaatdemper, niet aanraken – kans op
brandwonden!
In auto's: het motorapparaat tegen
omvallen, beschadiging en tegen het
weglekken van benzine beveiligen.
Tanken
Benzine is bijzonder
licht ontvlambaar – uit
de buurt blijven van open
vuur – geen benzine mor-
sen – niet roken.
Voor het tanken de motor afzetten.
Niet tanken zolang de motor nog heet is
– de benzine kan overstromen –
brandgevaar!
De tankdop voorzichtig losdraaien,
zodat de heersende overdruk zich
langzaam kan afbouwen en er geen
benzine uit de tank kan spuiten.
Uitsluitend op een goed geventileerde
plek tanken. Als er benzine werd
gemorst, het motorapparaat direct
schoonmaken – de kleding niet in
114
aanraking laten komen met de benzine,
anders direct andere kleding
aantrekken.
De motorapparaten kunnen af fabriek
zijn uitgerust met verschillende
tankdoppen.
Na het tanken de tank-
schroefdop zo vast
mogelijk aandraaien.
Tankdop met beugel
(bajonetsluiting) correct
aanbrengen, tot aan de
aanslag draaien en de
beugel inklappen.
Hierdoor wordt het risico verkleind dat
de tankdop door de motortrillingen
losloopt en er benzine wegstroomt.
Voor het starten
Controleren of de motorzaag in goede
staat verkeert – het betreffende
hoofdstuk in de handleiding in acht
nemen:
–
Goed werkende kettingrem, voorste
handbeschermer
–
Correct gemonteerd zaagblad
–
Correct gespannen zaagketting
–
Gashendel en gashendelblokkering
gangbaar – de gashendel moet
automatisch in de stationaire stand
terugveren
–
Combischakelaar/stopschakelaar
gemakkelijk in stand STOP, resp. 0
te plaatsen
–
Bougiesteker op vastzitten
controleren – bij een loszittende
steker kunnen vonken ontstaan,
hierdoor kan het vrijkomende
benzine-luchtmengsel ontbranden –
brandgevaar!
–
Geen wijzigingen aan de
bedieningselementen en de
veiligheidsvoorzieningen
aanbrengen
–
De handgrepen moeten schoon en
droog zijn, vrij van olie en hars –
belangrijk voor een veilige geleiding
van de motorzaag
De motorzaag mag alleen in technisch
goede staat worden gebruikt – kans op
ongelukken!
Motor starten
Minstens op 3 m van de plek waar werd
getankt en niet in een afgesloten ruimte.
Alleen op een vlakke ondergrond, een
stabiele en veilige houding aannemen,
het motorapparaat goed vasthouden –
het snijgarnituur mag geen voorwerpen
en ook de grond niet raken, omdat dit
tijdens het starten kan meedraaien.
De motorzaag wordt slechts door één
persoon bediend – geen andere
personen toelaten in de directe
werkomgeving – ook niet tijdens het
starten.
Voor het starten de kettingrem
blokkeren – door de ronddraaiende
zaagketting is er kans op letsel!
De motor niet 'los uit de hand' starten –
starten zoals in de handleiding staat
beschreven.
MS 171, MS 181, MS 181 C, MS 211, MS 211 C