Nederlands
Als het motorapparaat niet volgens
voorschrift (bijv. door geweld van
buitenaf, door stoten of vallen) werd
uitgeschakeld, dit voor het opnieuw in
gebruik nemen beslist op een
bedrijfszekere staat controleren – zie
ook "Voor het starten". Vooral op
lekkage van het brandstofsysteem en de
goede werking van de
veiligheidsinrichtingen letten. Een niet-
bedrijfszeker motorapparaat in geen
geval verder gebruiken. In geval van
twijfel contact opnemen met een
geautoriseerde dealer.
Op een correct stationair toerental
letten, zodat de zaagketting na het
loslaten van de gashendel niet meer
meedraait. Regelmatig de afstelling van
het stationair toerental controleren,
resp. corrigeren. Als de zaagketting bij
stationair toerental toch meedraait, de
motorzaag bij een dealer ter reparatie
aanbieden.
Reactiekrachten
De meest frequent optredende
reactiekrachten zijn: terugslag,
terugstoten en het zich in het hout
trekken.
Gevaar door terugslag
Terugslag kan tot dode-
lijk letsel leiden.
116
Bij terugslag (kick back) wordt de
motorzaag plotseling en
oncontroleerbaar in de richting van de
gebruiker geslingerd.
Terugslag ontstaat bijv. als
–
De zaagketting met het bovenste
kwart van de zaagbladneus per
ongeluk in aanraking komt met hout
of een ander vast voorwerp – bijv.
als tijdens het snoeien per ongeluk
een andere tak wordt geraakt
–
De zaagketting bij de zaagbladneus
tijdens het zagen even wordt
vastgeklemd
QuickStop-kettingrem:
Door deze rem wordt in bepaalde
situaties de kans op letsel verminderd –
de terugslag zelf kan niet worden
voorkomen. Bij het inschakelen van de
kettingrem komt de zaagketting binnen
een fractie van een seconde tot stilstand
– zie hoofdstuk "Kettingrem" in deze
handleiding.
Kans op terugslag verkleinen
–
Met overleg en volgens de regels
werken
–
De motorzaag met beide handen
stevig vasthouden
–
Alleen met vol gas zagen
–
Op de zaagbladneus letten
–
Niet met de zaagbladneus zagen
MS 171, MS 181, MS 181 C, MS 211, MS 211 C