6.
Wiel bevestigen en
verwijderen
6.1
Het autowiel bevestigen
WAARSCHUWING – Wegglijden van het wiel!
Knelgevaar voor de vingers en andere
lichaamsdelen bij bevestigen en verwijderen
van het wiel.
Draag veiligheidshandschoenen.
Veiligheidsschoenen dragen.
De vingers niet tussen wiel en as brengen.
Zware wielen altijd met twee personen
monteren.
1. De WBE 5210 inschakelen m.b.v. de aan-/
uitschakelaar.
2. De passende kegel op de as (flens) positioneren.
3. Wielliftslede geheel naar rechts bewegen.
4. Zware autowielen op wielliftsleden plaatsen en
autowiel met wiellift naar boven (linker pedaal)
bewegen tot de wielas zich ter hoogte van de
flensas bevindt.
Robert Bosch GmbH
Wiel bevestigen en verwijderen | WBE 5210 | 143
5. Wielliftslede naar links schuiven, tot het autowiel
tegen de flens ligt.
6. De snelspanmoer in ontgrendelde toestand op de as
schuiven en stevig tegen het wiel aandrukken.
7. De ontgrendeling losmaken en de snelspanmoer met
de klok mee draaien, totdat het wiel strak gespannen
is.
"
Het wiel is bevestigd.
6.2
Het autowiel verwijderen
1. Wielslede onder het wiel plaatsen.
2. De snelspanmoer tegen de klok in draaien en het
wiel losmaken.
3. De snelspanmoer ontgrendelen en verwijderen.
4. Wielslede met het wiel horizontaal verschuiven, tot
het wiel zich rechts van de as bevindt.
5. Wiellift omlaag bewegen.
6. Wiel verwijderen
2
3
1
|
1 695 654 697
2010-11-19
nl