snede toe, om te voorkomen dat
de ketting wordt vastgeklemd.
3. Stam is aan beide kanten ge-
M
stut
Zaag de stam eerst van boven
naar beneden (met de onderkant
van het zwaard) voor 1/3 door.
Zaag de stam vervolgens van
onder naar boven (met de boven-
kant van het zwaard) door, tot de
onderste zaagsnede is bereikt.
N
4. Zagen op een zaagbok
Houd de elektrische kettingzaag
met beide handen stevig vast en
beweeg de kettingzaag tijdens
het zagen van het lichaam af.
Als de stam is doorgezaagd,
brengt u de zaag rechts langs
uw lichaam (1). Houd uw linker-
arm zo recht mogelijk (2). Let op
de vallende stam. Ga zo staan,
dat de vallende stam geen ge-
vaar oplevert. Let op uw voeten.
De vallende stam kan op uw
voeten vallen. Denk ook om uw
evenwicht (3).
Snoeien
O
Met snoeien wordt het afzagen van tak-
ken en twijgen van een gevelde boom
bedoeld.
Er gebeuren vaak ongelukken bij
het snoeien. Zaag nooit takken af
als u op een boomstam staat. Let
op een eventuele terugslag als
takken onder spanning staan.
• Verwijder de zijtakken pas na het door-
zagen.
• Onder spanning staande takken moe-
ten van onder naar boven gezaagd
worden om vastklemmen van de ket-
tingzaag te voorkomen.
• Bij het afzagen van dikkere takken ge-
bruikt men dezelfde techniek als bij het
verzagen.
• Werk links van de stam en zo dicht
mogelijk bij de elektrische kettingzaag.
Laat het gewicht van de zaag zoveel
mogelijk op de stam rusten.
• Verander van plaats om takken aan de
andere kant van de stam af te zagen.
• Vertakte takken worden apart afge-
zaagd.
Bomen vellen
Er is veel ervaring vereist om bo-
men te vellen. Vel enkel bomen als
u zeker en veilig met de elektrische
kettingzaag kan omgaan. Gebruik
de elektrische kettingzaag in ieder
geval niet als u zich onzeker voelt.
• Let erop dat er geen mensen of dieren
in de buurt van het werkterrein zijn. De
veilige afstand tussen de te vellen boom
en de eerstvolgende werkplaats moet 2
½ boomlengte bedragen.
• Let op de valrichting.
De gebruiker moet zich in de buurt van
de gevelde boom veilig kunnen bewe-
gen om de boom makkelijk te kunnen
doorzagen en snoeien.
• Vermijdt dat de vallende boom in een
andere boom blijft hangen. Let op de
natuurlijke valrichting die van neiging en
kromming van de boom, van de wind-
richting en het aantal tallen afhankelijk
is.
• Sta bij steile terreinen steeds boven de
te vellen boom.
• Kleine bomen met een diameter van
15-18 cm kunnen normaal met 1 snede
afgezaagd worden.
• Bij bomen met een grotere diameter
moet er met kerfsnijwerk en een val-
NL
77