Snoeien (afb. 16)
Met snoeien wordt het afzagen van takken
en twijgen van een gevelde boom bedoeld.
Er gebeuren vaak ongelukken bij
het snoeien. Zaag nooit takken af
als u op een boomstam staat. Let
op een eventuele terugslag als tak-
ken onder spanning staan.
• Verwijder de zijtakken pas na het doorzagen.
• Onder spanning staande takken moeten
van onder naar boven gezaagd worden
om vastklemmen van de kettingzaag te
voorkomen.
• Bij het snoeien van dikkere takken past u
dezelfde techniek toe als bij het doorzagen.
• Werk links van de stam en zo dicht moge-
lijk bij de elektrische kettingzaag. Laat het
gewicht van de zaag zoveel mogelijk op
de stam rusten.
• Verander enkel van plaats als de stam
zich tussen u en de elektrische kettenzaag
bevindt.
• Vertakte takken worden apart afgezaagd.
afb. 16
Bomen vellen
Er is veel ervaring vereist om bo-
men te vellen. Vel enkel bomen als
u zeker en veilig met de elektrische
kettingzaag kan omgaan. Gebruik
de elektrische kettingzaag in ieder
geval niet als u zich onzeker voelt.
• Let erop dat er geen mensen of dieren in
de buurt van het werkterrein zijn. De vei-
lige afstand tussen de te vellen boom en
de eerstvolgende werkplaats moet 2 ½
boomlengte bedragen.
• Let op de valrichting.
De gebruiker moet zich in de buurt van de
gevelde boom veilig kunnen bewegen om
de boom makkelijk te kunnen doorzagen
en snoeien.
• Vermijdt dat de vallende boom in een an-
dere boom blijft hangen. Let op de natuur-
lijke valrichting die van neiging en krom-
ming van de boom, van de windrichting en
het aantal tallen afhankelijk is.
• Sta bij steile terreinen steeds boven de te
vellen boom.
• Kleine bomen met een diameter van 15-18
cm kunnen normaal met 1 snede afge-
zaagd worden.
• Bij bomen met een grotere diameter moet
er met kerfsnijwerk en een valsnede ge-
werkt worden (zie onder).
Vel geen boom als er een sterke of
draaiende wind is of als er gevaar
voor beschadiging van eigendom
bestaat of als de boom op leidingen
zou kunnen vallen.
Zet onmiddellijk na einde van de
werkzaamheden de oorbescherming
af zodat u waarschuwingssignalen en
geluiden kan horen.
1. Snoeien:
Verwijder naar beneden hangende takken
door van boven naar onder te zagen.
Snoei nooit hoger dan op schouderhoogte.
2. Vluchtweg (afb. 17):
Verwijder het kreupelhout rond de boom
om makkelijk weglopen te garanderen. De
vluchtweg (A) moet ongeveer 45 ° achter
de geplande valrichting (B) liggen.
3. Kerven zagen (afb. 18):
Maak een valkerf in de richting waarin de
boom moet vallen.
Begin met een boven-zaagsnede. Maak
dan een horizontale snede van de onder-
NL
B
67