Waterpasnauwkeurigheid bij verticale stand
controleren (ALHV/ALHV-G)
Voor de controle heeft u een vrij meettraject op een
stabiele ondergrond vóór een 10 meter hoge muur
nodig. Bevestig een loodlijn aan de muur.
– Monteer het meetgereedschap in de verticale
stand op een statief of plaats het op een stevige,
vlakke ondergrond. Schakel het meetgereedschap
in en laat het waterpassen.
– Stel het meetgereedschap zodanig af dat de laser-
straal de loodlijn aan het bovenste uiteinde nauw-
keurig in het midden raakt. Het verschil d tussen
laserstraal en loodlijn aan het onderste uiteinde
van de lijn is de afwijking van het meetgereed-
schap van de verticale waterpaslijn.
Bij een meettraject met een hoogte van 10 meter
bedraagt de maximaal toegestane afwijking:
10 m x ± 0,1 mm/m = ± 1 mm.
Het verschil d mag daarom hoogstens 1 mm bedragen.
Tips voor de werkzaamheden
Gebruik altijd alleen het midden van de
laserpunt voor het markeren. De grootte van
de laserpunt verandert met de afstand.
Laserbril (toebehoren)
De laserbril filtert het omgevingslicht uit. Daardoor lijkt
het licht van de laser voor het oog helderder.
Gebruik de laserbril niet als veiligheidsbril.
De laserbril dient voor het beter herkennen van de
laserstraal, maar biedt geen bescherming tegen
de laserstralen.
Gebruik de laserbril niet als zonnebril en
niet in het verkeer. De laserbril biedt geen volle-
dige bescherming tegen ultravioletstralen en ver-
mindert de waarneming van kleuren.
800.561.8187
108 | Nederlands
Werkzaamheden met laserontvanger (toebeho-
ren) (zie afbeelding A)
Bij ongunstige lichtomstandigheden (omgeving met
veel licht, fel zonlicht) en op grote afstanden gebruikt
u de laserontvanger om de laserstraal beter te kunnen
vinden 33.
ALHV/ALHV-G: Kies bij werkzaamheden met de
laserontvanger de rotatiefunctie met de hoogste rota-
tiesnelheid.
Lees voor de werkzaamheden met de laserontvanger
de bijbehorende gebruiksaanwijzing en neem de voor-
schriften in acht.
Werkzaamheden met de afstandsbediening
(toebehoren) (ALHV/ALHV-G)
Bij het indrukken van de bedieningstoetsen kan het
meetgereedschap uit de nivellering worden gebracht,
zodat de rotatie gedurende korte tijd stopt. Door het
gebruik van de afstandsbediening 36 wordt dit effect
voorkomen.
De ontvangstlenzen 22 voor de afstandsbediening
bevinden zich aan vier zijden naast de rotatiekop.
Zie voor werkzaamheden met de afstandsbediening
36 „Afstandsbediening", pagina 110.
Werkzaamheden met het statief (toebehoren)
Het meetgereedschap beschikt over een 5/8"-statief-
opname 15 voor horizontaal en verticaal gebruik.
Plaats het meetgereedschap met de statiefopname
15 op de 5/8"-schroefdraad van het statief en schroef
het met de vastzetschroef van het statief vast.
Stel het statief grof af voordat u het meetgereedschap
inschakelt.
Werkzaamheden met muurhouder en richteen-
heid (toebehoren) (zie afbeelding B)
U kunt het meetgereedschap ook op de wandhouder
met richteenheid 35 monteren. Draai daarvoor de
5/8"-schroef van de muurhouder in een van de statief-
opnamen 15 van het meetgereedschap.
Montage op een muur: Montage op een muur wordt
geadviseerd bijvoorbeeld bij werkzaamheden boven
de uittrekhoogte van het statief of bij werkzaamheden
op een instabiele ondergrond en zonder statief.
Bevestig daarvoor de muurhouder 35 met gemon-
teerd meetgereedschap zo verticaal mogelijk tegen
een muur.
Montage op een statief: U kunt de muurhouder 35 ook
met de statiefopname aan de achterkant op een sta-
tief schroeven. Deze bevestiging wordt in het bijzon-
der geadviseerd bij werkzaamheden waarbij het
rotatievlak op een referentielijn moet worden gericht.
Met de richteenheid kunt u het gemonteerde meetge-
reedschap verticaal (bij montage op de muur) of hori-
zontaal (bij montage op een statief) over een afstand
van ca. 15 cm verschuiven.
www.
.com
information@itm.co
2 610 A15 113 • 30.7.09