CST/BERGER AL Série Notice Originale page 103

meetgereedschap uit en sluit het oplaadapparaat op
het meetgereedschap en het stroomnet aan. Als het
accupack helemaal leeg is, moet het accupack ca.
15 minuten worden opgeladen voordat het meetge-
reedschap kan worden ingeschakeld en het met het
aangesloten oplaadapparaat kan worden gebruikt.
Een duidelijk kortere gebruiksduur na het opladen
geeft aan dat het accupack versleten is en moet wor-
den vervangen.
Als u het batterijvakdeksel met geïnstalleerd accu-
pack wilt vervangen, draait u de moer 16 los en verwij-
dert u het batterijvakdeksel 20.
Breng een nieuw batterijvakdeksel 20 met accupack
aan. Let erop dat de contacten 19 van het batterijvak-
deksel en de contacten 18 van het batterijvak op
elkaar aansluiten. Schroef het batterijvakdeksel met
de moer 16 goed vast.
Neem het accupack uit het meetgereed-
schap als u het gedurende lange tijd niet
gebruikt. Accu's kunnen roesten of hun lading
verliezen als deze lang worden bewaard.
Gebruik
Ingebruikneming
Bescherm het meetgereedschap tegen fel
zonlicht.
Stel het meetgereedschap niet bloot aan
extreme
schommelingen. Laat het bijvoorbeeld niet lange
tijd in de auto liggen. Laat het meetgereedschap
bij grote temperatuurschommelingen eerst op de
juiste temperatuur komen voordat u het in gebruik
neemt. Bij extreme temperaturen of temperatuur-
schommelingen kan de nauwkeurigheid van het
meetgereedschap nadelig worden beïnvloed.
Voorkom heftige schokken of vallen van het
meetgereedschap. Na sterke externe inwerkin-
gen op het meetgereedschap dient u, voordat u de
werkzaamheden voortzet, altijd een nauwkeurig-
heidscontrole uit te voeren (zie „Nauwkeurigheids-
controle van het meetgereedschap", pagina 107).
Meetgereedschap opstellen
Stel het meetgereedschap op een stabiele onder-
grond in de horizontale of verticale stand op, monteer
het op een statief of op de muurhouder 35 met afste-
leenheid.
800.561.8187
2 610 A15 113 • 30.7.09
temperaturen of temperatuur-
Horizontale stand
Verticale stand
www.
Vanwege de hoge nivelleernauwkeurigheid reageert
het meetgereedschap zeer gevoelig op trillingen en
verplaatsingen. Let daarom op een stabiele positie
van het meetgereedschap om onderbrekingen van het
gebruik door opnieuw nivelleren te voorkomen.
In- en uitschakelen (ALH)
Richt de laserstraal niet op personen of die-
ren en kijk zelf niet in de laserstraal, ook niet
vanaf een grote afstand.
Laat het ingeschakelde meetgereedschap
niet onbeheerd achter en schakel het meet-
gereedschap na gebruik uit. Andere personen
kunnen door de laserstraal verblind worden.
Als u het meetgereedschap wilt inschakelen, drukt u
op de aan/uit-toets 8. Ter bevestiging brandt de func-
tie-indicatie 9 gedurende 3 seconden. Het meetge-
reedschap zendt onmiddellijk na het inschakelen de
variabele laserstraal 11 uit.
Bij horizontale stand begint het meetgereedschap
meteen na het inschakelen met automatisch water-
passen. Tijdens het grof waterpassen knippert de
bedrijfsindicatie 9. De laser knippert en roteert niet.
Na afsluiting van het grof waterpassen is de functie-
indicatie 9 verlicht, schijnt de laserstraal continu en
start het meetgereedschap automatisch in de rotatie-
functie. Binnen de volgende 60 seconden wordt het
meetgereedschap waterpas gesteld.
Bij fabrieksinstelling is de schokwaarschuwingsfunc-
tie automatisch ingeschakeld. De schokwaarschu-
wingsindicatie 2 is rood verlicht.
Als u het meetgereedschap wilt uitschakelen, drukt
u opnieuw op de aan/uit-toets 8.
In- en uitschakelen (ALHV/ALHV-G)
Richt de laserstraal niet op personen of die-
ren en kijk zelf niet in de laserstraal, ook niet
vanaf een grote afstand.
Laat het ingeschakelde meetgereedschap
niet onbeheerd achter en schakel het meet-
gereedschap na gebruik uit. Andere personen
kunnen door de laserstraal verblind worden.
Als u het meetgereedschap wilt inschakelen, drukt u
op de aan/uit-toets 8. Ter bevestiging is de functie-
indicatie 9 verlicht. Het meetgereedschap zendt
onmiddellijk na het inschakelen een variabele lood-
straal 11 en een loodstraal 21 uit.
Het meetgereedschap begint meteen na het inscha-
kelen met automatisch waterpassen. Tijdens het grof
waterpassen knippert de laser in de puntfunctie. Na
afsluiting van het grof waterpassen schijnen de laser-
stralen continu en start het meetgereedschap auto-
matisch in de functie die werd opgeslagen toen het
meetgereedschap het laatst werd uitgeschakeld. Bin-
nen de volgende 60 seconden wordt het meetge-
reedschap waterpas gesteld.
information@itm.co
.com
Nederlands | 103