Algemene veiligheidsinstructies
Het apparaat is overeenkomstig met de stand van de techniek
en deze zorgt voor een maximale veiligheid. Deze veiligheid
kan in de gebruikelijke praktijk slechts dan bereikt worden,
indien alle hiervoor benodigde maatregelen genomen zijn.
Het is onderworpen aan de zorgvuldigheidsplicht van de
gebruiker deze maatregelen te plannen en uw uitrusting te
controleren. Alle aanwijzingen dienen gelezen te worden. Het
niet opvolgen van de hieronder aangegeven aanwijzingen kan
een elektrische schok, brand en/of ernstig letsel veroorzaken.
De navolgende gebruikte term „elektrisch apparaat" verwijst
naar elektrische werktuigen met een netvoeding (met
netkabel), naar elektrische werktuigen met een accuvoeding
(zonder netkabel) en naar overige machines en elektrische
apparaten. Gebruik het elektrische apparaat uitsluitend
volgens voorschriften en in overeenstemming met de
algemeen geldende veiligheidsvoorschriften en voorschriften
ter voorkoming van ongevallen. BEWAAR DEZE
AANWIJZINGEN GOED.
Werkomgeving
•
Houd de werkomgeving schoon en opgeruimd.
Wanorde en niet verlichte werkplek kunnen tot
ongevallen leiden.
•
Gebruik het elektrische apparaat niet in een
explosiegevaarlijke omgeving waarin zich
brandbare vloeistoffen, gassen of stoffen
bevinden. Elektrische apparaten geven vonken af
die stof of dampen doen ontsteken.
•
Houd kinderen en overige personen tijdens het
gebruik van elektrische apparaten op afstand.
Bij afleiding kan de controle over het apparaat
verloren gaan.
Elektrische veiligheid
•
De aansluitstekker van het elektrische apparaat
dient in het stopcontact te passen. De stekker
mag op geen enkele manier gewijzigd worden.
Gebruik geen adapterstekker samen met
randgeaarde elektrische apparaten.
Ongewijzigde stekkers en passend stopcontacten
verlagen het risico van een elektrische schok.
Indien het elektrische apparaat met een aardleiding
is uitgerust, mag deze enkel aan stopcontacten met
aardingscontact aangesloten worden. Gebruik het
elektrische apparaat op bouwplaatsen, in een
vochtige omgeving en in de openlucht of op
vergelijkbare plaatsen uitsluitend aan het net met
een 30 mA foutstroomschakelaar (FI-schakelaar).
•
Vermijd lichamelijk contact met geaarde
oppervlakten zoals buizen, verwarmingselementen,
fornuizen en koelkasten. Er bestaat een verhoogd
risico van een elektrische schok, indien uw lichaam
geaard is.
•
Houd het apparaat ver van regen of andere
nattigheid. Indringing van water in een elektrisch
apparaat verhoogt het risico van een elektrische
schok.
•
Gebruik de kabel niet om het apparaat te
dragen, op te hangen of om de stekker uit het
stopcontact te trekken. Houd de kabel ver van
warmte, olie, scherpe kanten en/of bewegende
apparaatonderdelen. Beschadigde of verdraaide
kabels verhogen het risico van een elektrische
schok.
•
Indien met een elektrisch apparaat in de open
lucht wordt gewerkt, gebruik dan slechts
verlengkabels die voor het gebruik in de open
lucht toegelaten zijn. Het gebruik van een voor
buitengebruik geschikte verlengkabel vermindert
het risico van een elektrische schok.
•
Vermijd lichamelijk contact met geaarde delen en
bescherm u zelf voor een elektrische schok.
•
Trek niet aan de kabel om de stekker uit het
stopcontact te nemen.
•
Als u de aansluitkabel verplaatst, let er dan op dat
deze niet stoort en geklemd, geknikt of nat wordt.
•
Reparaties aan de machine mogen enkel door een
vakkundige elektrotechnicus of door onze
reparatiedienst uitgevoerd worden.
•
Enkel originele onderdelen en accessoires mogen
gebruikt worden. Door het gebruik van andere
onderdelen kunnen ongevallen ontstaan waarvoor
de producent niet aansprakelijk is.
•
De stekker van de aansluitkabel moet tegen
spatwater beschermd zijn.
Veiligheid van personen
•
Wees attent, let op wat u doet en ga met
verstand met een elektrisch apparaat aan het
werk. Gebruik het elektrische apparaat niet,
indien u moe bent of onder de invloed van
drugs, alcohol of medicijnen staat. Een moment
van onoplettendheid bij gebruik van het apparaat
kan tot ernstige letsels leiden.
•
Draag persoonlijke beschermende uitrusting en
altijd een veiligheidsbril. Het dragen van
persoonlijke beschermende uitrustingen, zoals een
stofmasker, veiligheidsschoenen met een
antislipzool, veiligheidshelm of gehoorbeschermer,
afhankelijk van het type en het gebruik van het
elektrische apparaat, vermindert het risico van
letsels.
•
Vermijd een ongewenste inbedrijfneming.
Overtuigt u zich er van dat de schakelaar in de
positie „Uit" staat voordat de stekker op het
stopcontact wordt aangesloten. Als u bij het
dragen van het elektrische apparaat uw vinger aan
of bij de schakelaar hebt of het apparaat met de
schakelaar ingeschakeld aan de stroomvoorziening
aansluit, kan dit tot ongevallen leiden. Ga de
drukschakelaar nooit overbruggen.
•
Verwijder instelgereedschap of schroefsleutels
voordat het elektrische apparaat wordt
ingeschakeld. Een werktuig of sleutel, die zich aan
een draaiend apparaatonderdeel bevindt, kan tot
letsels leiden. Grijp nooit in de bewegende
(draaiende) onderdelen.
•
U moet zichzelf niet overschatten. Zorg er altijd
voor dat u veilig staat en het evenwicht niet
verliest. Op een dergelijke wijze kan het apparaat
in onverwachte situaties beter gecontroleerd
worden.
•
Draag geschikte kleding. Draag geen wijde
kleding of sierraden. Houd haar, kleding en
handschoenen ver van de bewegende
onderdelen. Losse kleding, sierraden of lang haar
kunnen door bewegende delen gegrepen worden.
•
Als inrichtingen voor stofafzuiging en -opvang
gemonteerd kunnen worden, controleer dan of
deze aangesloten zijn en op juiste wijze gebruikt
worden. Het gebruik van deze inrichtingen
vermindert bedreigingen door stof.
•
Laat het elektrische apparaat uitsluitend door de
aangewezen personen gebruiken. Jonge
mensen mogen enkel met het elektrische
apparaat werken als zij ouder zijn dan 16 jaar;
het toelaten is noodzakelijk om hun educatieve
doel te bereiken maar enkel als zij onder het
toezicht van een vakkundig persoon zijn
gesteld.
Zorgvuldige omgang en het gebruik van elektrische
apparaten
•
Overbelast het apparaat niet. Gebruik voor het
werk het daarvoor bestemde elektrische
apparaat. Met het passende elektrische apparaat
wordt beter en veiliger, in het aangegeven
prestatiegebied, gewerkt.
•
Gebruik geen enkel elektrisch apparaat waarvan
de schakelaar defect is. Een elektrisch apparaat,
dat niet meer in- of uitgeschakeld kan worden, is
gevaarlijk en moet gerepareerd worden.
•
Neem de stekker uit het stopcontact voordat
instellingen aan het apparaat worden
42