Aanwijzingen:
• De accu moet worden opgeladen voordat de camera voor de
eerste keer wordt gebruikt.
• De batterij moet een temperatuur tussen 10 en 30 °C hebben
om te kunnen worden opgeladen (anders schakelt het oplaadap-
paraat niet in, respectievelijk weer uit).
• Li-ionaccu's kunnen altijd en onafhankelijk van de laadtoestand
worden opgeladen. Als een accu bij het begin van opladen
slechts gedeeltelijk is ontladen, wordt de volledige oplading
sneller bereikt.
• Tijdens het oplaadproces worden de accu's warm. Dit is normaal
en geen storing.
• Indien beide LEDs van de lader snel gaan knipperen (2 Hz) net
nadat het laden is begonnen, duidt dit op een laadfout (bijvoor-
beeld wegens overschrijden van de maximale laadtijd, spannin-
gen of temperaturen buiten het toegestane gebied, of kortslui-
ting). Haal in zo'n geval het oplaadapparaat van de netvoeding
en verwijder de batterij. Zorg ervoor dat aan de hiervoor ge-
noemde temperatuurvoorwaarden wordt voldaan en start het
oplaadproces opnieuw. Als het probleem niet wordt opgelost,
neem dan contact op met uw dealer, de nationale vertegenwoor-
diging van Leica of met Leica Camera AG.
• Een nieuwe accu bereikt zijn volledige capaciteit pas na 2-3
maal volledig opladen en ontladen door gebruik in de camera.
Dit ontlaadproces moet telkens na circa 25 keer laden worden
herhaald. Voor een maximale levensduur van de batterij mag
deze niet permanent aan extreem hoge of lage temperaturen
(bijvoorbeeld 's zomers respectievelijk 's winters in een gepar-
keerde auto) worden blootgesteld.
• De levensduur van elke batterij is (zelfs bij optimale gebruiks-
voorwaarden) begrensd! Na enkele honderden oplaadcycli is dit
duidelijk te zien aan de korter wordende gebruiksperioden.
• Na hoogstens vier jaar dient u de batterij te vervangen, omdat
de prestaties afnemen en u vooral bij lage temperaturen niet
meer verzekerd bent van een betrouwbare werking.
• Defecte batterijen moeten volgens de betreffende voorschriften
(zie pagina 123) worden afgevoerd.
• De verwisselbare batterij voedt een vast in de camera ingebouw-
de bufferbatterij die het permanent functioneren van de interne
klok en kalender voor maximaal 2 maanden verzekert. Als de
bufferaccu uitgeput is, moet deze door het plaatsen van de ver-
wisselbare accu weer worden opgeladen. De volledige capaciteit
van de bufferbatterij is (met geplaatste verwisselbare batterij) na
een of twee dagen weer bereikt. De camera hoeft hiervoor niet
ingeschakeld te blijven.
NL
131