•
blijft na het ontspannen ononderbroken branden, de overige
indicaties zijn echter verdwenen:
de flitscapaciteit was voor een normgetrouwe belichting in orde,
het flitsapparaat blijft paraat.
•
knippert na het ontspannen snel (4 Hz), de overige indicaties
zijn echter verdwenen:
de flitscapaciteit was voor een normgetrouwe belichting in orde,
het flitsapparaat is echter nog niet weer paraat.
•
gaat na het ontspannen samen met de overige indicaties uit:
de flitscapaciteit was voor een normgetrouwe belichting niet in
orde, bijvoorbeeld door een te klein gekozen diafragma voor het
onderwerp. Als op het flitsapparaat een gedeelde flitsstand is
ingesteld, kan op basis van het geringere opgeroepen vermogen
ondanks de verdwenen flits-LED het apparaat toch paraat zijn.
Bij instelling van het flitsapparaat op computerregeling (A) of
handmatige modus (M)
•
verschijnt ondanks ingeschakeld en gereed flitsapparaat niet:
op de camera is handmatig een kortere sluitertijd dan
steld. In zulke gevallen activeert de camera ook een ingescha-
keld en paraat flitsapparaat niet.
•
knippert voor de opname langzaam (2Hz):
het flitsapparaat is nog niet paraat.
•
brandt voor de opname:
het flitsapparaat is paraat.
Flitsmodus met korte sluitertijden (High Speed Sync�)
De volautomatische, dat wil zeggen door de camera gestuurde
lineaire flitsmodus, is bij de camera met desbetreffend uitgeruste
Leica flitsapparaten, met alle sluitertijden en met tijdautomaat,
alsook met handmatige belichtingsregeling beschikbaar. Hij wordt
automatisch geactiveerd door de camera, als de geselecteerde of
berekende sluitertijd korter is dan de synchronisatietijd
een juist ingesteld flitsapparaat vereist deze omschakeling verder
geen activiteiten van de fotograaf.
Belangrijk:
De reikwijdte bij het HSS-flitsen is duidelijk korter dan bij het
TTL-flitsen.
⁄
s inge-
1
180
NL
⁄
s. Bij
1
180
185