NL
•
Gebruik de takel nooit als u moe bent of
onder invloed bent van drugs, alcohol of
drugs.
•
Overschrijd nooit de capaciteit van de
takel of de kabel volgens de informatie in
het productinformatieblad. Verminder de
belasting van de takel door de kabel te
verdubbelen met een klapblok.
•
Gebruik de takel niet of
•
Controleer of het geselecteerde
verankeringspunt de belasting van de
maximale trekkracht van de takel kan
weerstaan.
•
Gebruik alleen montageonderdelen,
componenten en accessoires die zijn
goedgekeurd door de fabrikant.
•
Gebruik alleen onderdelen in sterkteklasse
8.8 of hoger.
•
Las nooit bevestigingsschroeven.
•
Wees voorzichtig bij het gebruik van
schroeven die langer zijn dan de door de
fabrikant geleverde schroeven. Te lange
schroeven kunnen de grondplaat
beschadigen en/of het onmogelijk maken
om de takel op een veilige manier te
monteren.
•
Monteer de takel en bevestig de haak aan
het uiteinde van de kabel voordat u de
elektrische draden aansluit.
•
Plaats de kabelgeleider met de
waarschuwingssticker bovenaan.
•
Wikkel de kabel op de trommel in de
richting aangegeven op de
waarschuwingssticker op de kabel en/of in
de documentatie. Dit is nodig om de
automatische rem (indien aanwezig)
goed te laten werken.
•
Rek de kabel voor en wind het op met een
lading voordat u het gebruikt. Een strak
gewikkeld touw vermindert het risico op
vastlopen waardoor de kabel beschadigd
kan raken.
•
Controleer de kabel, de haak en de lussen
voordat u de takel gebruikt. Een versleten,
geknakt of beschadigd touw moet
onmiddellijk worden vervangen.
86
sleepkabel.
Beschadigde onderdelen moeten worden
vervangen voordat de takel wordt
gebruikt. Bescherm de onderdelen tegen
beschadiging.
•
Laat geen bedrade afstandsbediening
aangesloten op de takel tijdens het
opwinden, optuigen of wanneer de takel
niet in gebruik is.
•
Bevestigd de haak nooit aan de kabel. Dit
beschadigt de kabel.
•
Gebruik een slipketting, een slipkabel of
een houten blok op het verankeringspunt.
•
Verwijder alle voorwerpen of obstakels die
een veilig gebruik van de takel in de weg
kunnen staan.
•
Neem de tijd die nodig is om de juiste
tuigage voor een takel te regelen.
•
Controleer of het gekozen
verankeringspunt de belasting kan
weerstaan en of de riem of ketting niet
kan schuiven.
•
Vermijd het in- of uitschakelen van de
koppeling wanneer de takel is geladen,
wanneer de kabel strak staat of wanneer
de trommel in beweging is.
•
Kies een ankerpunt zo ver mogelijk weg.
Dan krijgt de takel de meeste trekkracht.
•
Raak nooit een koord of een geladen
haak aan.
•
Raak de kabel of haak niet aan terwijl
iemand anders de takel bedient of
wanneer de takel in werking is.
•
Ga tijdens het takelen altijd op een veilige
afstand van de kabel en de lading staan
en houd andere mensen uit de buurt.
•
Let tijdens het takelen altijd op de
stabiliteit van het voertuig en houd
andere personen op afstand. Waarschuw
alle mensen in de buurt als er instabiliteit
optreedt.
•
Gebruik de takel niet voor ladingzekering.
•
Houd de kabel van de bedrade
afstandsbediening weg van de trommel,
de kabel en de uitrusting. Controleer op
scheuren, geknelde onderdelen, versleten