NEDERLANDS
5) De lengte en hoogte van de leidingen van de
condensor hangen af van de installatieomgeving
en de manier van aansluiten. Sluit de leidingen
zo aan dat de afvoerdruk van de condensor
1,32 MPa (13,5 bar) of meer is. Als dit niet het
geval is, kan het drukverlies toenemen en kan de
ijsproductiecapaciteit afnemen.
6) Leg horizontale leidingen op aflopend (1/200).
[c] VLOEISTOF- EN AANZUIGLEIDINGEN
1) De ijsmachine moet op de vloeistof- en aanzuiglei-
ding van het compressorsysteem worden aange-
sloten via twee koperen leidingen van voldoende
lengte aan de achterkant van de ijsmachine, waar
zij kunnen worden aangesloten op de voorgeïn-
stalleerde interne koperen leidingen. Beide leidin-
gen moeten afzonderlijk worden geïsoleerd.
Opmerking: 1. De verbindingsleidingen tussen de
ijsmachine en het compressorsys-
teem moeten een buitendiameter
van 3/8" hebben voor de vloeistof-
leiding en 5/8" voor de aanzuiglei-
ding over een maximale afstand van
20 m (uitgaande van een recht tra-
ject). Voor elke bocht van 90° moet
0,5 m bij de totale leidinglengte wor-
den opgeteld (20 m rechte leiding +
vier bochten van 90° = 22 m rechte
leiding).
IJsmachine
Vloeistofleiding
Aanzuigleiding
5/8" binnendiameter
Afb. 9
3/8" binnendiameter
Uitzetten
Vloeistofleiding
Aanzuigleiding
2. Bij gebruik van een vrieseenheid
met één compressor die op een
externe locatie is geïnstalleerd,
moet u ervoor zorgen dat de appa-
ratuur afdoende wordt beschermd
tegen lage omgevingstemperatu-
ren (capaciteits r egelaars/carter-
verwarming), olie t erugvoer als de
ijsmachine beneden de hoogte van
de compressor is geplaatst (zuig-
drukverhogers/olieafscheiders/
oliecentrifuges) en terugvoer van
koelvloeistof als de ijsmachine bo-
ven de hoogte van de compressor
is geplaatst (aanzuigaccumulator).
Raadpleeg altijd de richtlijnen van
de fabrikant van de compressor.
3. Een elektrische koppeling/verbin-
ding tussen de ijsmachine en het
compressorsysteem is NIET nood-
zakelijk. Bij gebruik van een reksys-
teem met meerdere compressoren
worden de elektromagnetische
kleppen automatisch gesloten door
de inwendige besturing van de ijs-
machine om de ijsproductie te stop-
pen. Bij gebruik van een afzonder-
lijke externe compressor moet deze
worden voorzien van een beveili-
gingsschakelaar voor lage druk om
de compressor te laten stoppen bij
ongeveer 0,5 bar aanzuigdruk, aan-
gezien het sluiten van de elektro-
magnetische klep ertoe leidt dat de
compressordruk wordt afgebouwd.
2) Nadat alle koelleidingen zijn aangesloten,
moeten de leidingen worden getest op lekken,
leeggepompt en met damp gevuld met R404A.
De ontwerpdruk van R404A is 31,4 bar (3,08 MPa)
aan de afvoerkant en 16,7 bar (1,64 MPa) aan de
aanzuigkant.
3) De aansluitingen van het koelsysteem zijn nu
voltooid. Ga verder naar secties 4 en 5 om aan
andere vereisten voor serviceaansluitingen te
voldoen voordat u naar sectie 6, de opstart-
procedure, gaat.
4) Breng het zij- en bovenpaneel weer aan in de
juiste positie.
22