Scherpstellen, zoomen en
scherptediepte
Voordat u kunt scherpstellen, draait u de zoomring 5
om de brandpuntsafstand aan te passen totdat de
gewenste compositie wordt weergegeven in de
beeldzoeker.
Indien uw fototoestel beschikt over een
voorbeeldknop of -hendel (stop-beneden), kunt u de
velddiepte zien door de beeldzoeker van het
fototoestel.
• Door de optische eigenschappen van deze lens
neemt de brandpuntsafstand lichtjes af naarmate de
lens dichter scherpstelt.
• De afstandsschaal geeft niet de exacte afstand weer
tussen het onderwerp en de camera. Waarden zijn
benaderingen en dienen enkel als algemene
referentie. Bij het fotograferen van landschappen kan
de velddiepte de werking beïnvloeden waardoor de
camera mogelijk op een punt scherpstelt dat
dichterbij ligt dan oneindig.
Scherpstellen (fig. A)
Stel de scherpstelmodus-selector van uw camera in
volgens deze tabel.
Scherpstelmodus
Scherpstelmodus van de lens
van het
M/A
fototoestel
AF-A/AF-S/
Autofocus met
AF-C
manuele prioriteit
Manueel scherpstellen (hulpfunctie is
M
beschikbaar.)
Autofocus met handmatige overbrugging
(M/A-modus)
1
Stel de scherpstelmodusschakelaar d in op [M/A].
2
Autofocus is voorzien maar u kunt de scherpstelling
handmatig overbruggen door de aparte
scherpstelring te gebruiken terwijl u de sluitertoets
half ingedrukt houdt of de AF-starttoets (AF-ON) op
fototoestellen die hiermee zijn uitgerust.
3
Verwijder uw vinger en druk vervolgens de
sluitertoets of de AF-starttoets opnieuw half in om
handmatige scherpstelling te annuleren en
autofocus te hernemen.
Goede resultaten met autofocus
Zie "Opmerkingen over het gebruik van de groothoek
of de supergroothoek van de AF Nikkor-lenzen" (P. 81).
M
Manueel scherpstellen
(hulpfunctie is
beschikbaar.)
Jp
En
De
Fr
Es
Se
Ru
Nl
It
Ck
Ch
Kr
75