Bosch GRL 400 H Professional Notice Originale page 71

Om het meetgereedschap uit te schakelen drukt u kort op
de aan/uit-toets (4). Bij geactiveerde schokwaarschuwing
(de aanduiding schokwaarschuwingsfunctie (3) knippert
rood) drukt u een keer kort op de aan/uit-toets om de schok-
waarschuwingsfunctie te herstarten en daarna nog een keer
kort om het meetgereedschap uit te schakelen.
Het meetgereedschap wordt ter bescherming van de (op-
laadbare) batterijen automatisch uitgeschakeld, wanneer
het zich langer dan 2 uur buiten het zelfnivelleerbereik be-
vindt of de schokwaarschuwing langer dan 2 uur geactiveerd
is. Plaats het meetgereedschap opnieuw in de juiste positie
en schakel het weer in.
Ingebruikname laserontvanger
Laserontvanger plaatsen (zie afbeelding A)
Plaats de laserontvanger op een afstand van ten
minste 0,5 m van de rotatielaser. Bij rotatielasers met meer-
dere gebruiksmodi kiest u horizontale of verticale modus
met de hoogste rotatiesnelheid.
Plaats de laserontvanger zodanig dat de laserstraal het
ontvangstveld (24) kan bereiken. Lijn deze zodanig uit dat
de laserstraal dwars door het ontvangstveld loopt (zoals op
de afbeelding getoond).
In-/uitschakelen
Bij het inschakelen van de laserontvanger is een luid
u
geluidssignaal te horen. Houd daarom de laserontvan-
ger bij het inschakelen uit de buurt van uw oor of van
andere personen. Het harde geluid kan het gehoor be-
schadigen.
Om de laserontvanger in te schakelen drukt u op de aan/uit-
toets (19). Alle display-aanduidingen lichten kort op en er
zijn twee geluidssignalen te horen.
Na het inschakelen van de laserontvanger is altijd de ont-
vangstnauwkeurigheid „gemiddeld" ingesteld en is het ge-
luidssignaal uitgeschakeld.
Om de laserontvanger uit te schakelen drukt u opnieuw op
de aan/uit-toets (19).
Als ca. 10 min. geen toets op de laserontvanger wordt inge-
drukt en het ontvangstveld (24) 10 min. lang niet door een
laserstraal wordt bereikt, dan schakelt de laserontvanger au-
tomatisch uit om de batterij te sparen. De uitschakeling
wordt door een geluidssignaal aangegeven.
Instelling van de aanduiding middenlijn kiezen
Met de toets instelling ontvangstnauwkeurigheid (20) kunt u
vastleggen met welke nauwkeurigheid de positie van de la-
serstraal op het ontvangstveld als „in het midden" aangege-
ven wordt:
– Meetnauwkeurigheid „fijn" (aanduiding (f) op het dis-
play),
– Meetnauwkeurigheid „gemiddeld" (aanduiding (a) op het
display).
Bij elke verandering van de nauwkeurigheidsinstelling klinkt
een geluidssignaal.
Bosch Power Tools
Richtingaanduidingen
De positie van de laserstraal in het ontvangstveld (24) wordt
aangegeven:
– op het display (25) op de voor- en achterkant van de la-
serontvanger door de richtingaanduiding „Laserstraal on-
der middenlijn" (c), de richtingaanduiding „Laserstraal
boven middenlijn" (g) of de aanduiding middenlijn (e),
– optioneel door het geluidssignaal (zie „Geluidssignaal
voor het aangeven van de laserstraal", Pagina 71).
Laserontvanger te laag: loopt de laserstraal door de boven-
ste helft van het ontvangstveld (24), dan verschijnt de rich-
tingaanduiding „Laserstraal boven middenlijn" (g) op het
display.
Bij ingeschakeld geluidssignaal is een signaal in een lang-
zaam ritme te horen.
Beweeg de laserontvanger in de richting van de pijl naar bo-
ven. Bij het naderen van de middenlijn wordt alleen nog de
punt van de richtingaanduiding „Laserstraal boven
middenlijn" (g) weergegeven.
Laserontvanger te hoog: loopt de laserstraal door de on-
derste helft van het ontvangstveld (24), dan verschijnt de
richtingaanduiding „Laserstraal onder middenlijn" (c) op het
display.
Bij ingeschakeld geluidssignaal is een signaal in een snel rit-
me te horen.
Beweeg de laserontvanger in de richting van de pijl omlaag.
Bij het naderen van de middenlijn wordt alleen nog de punt
van de richtingaanduiding „Laserstraal onder middenlijn" (c)
weergegeven.
Laserontvanger in het midden: loopt de laserstraal ter
hoogte van de middenmarkering (23) door het
ontvangstveld (24), dan verschijnt de aanduiding
middenlijn (e) op het display.
Bij ingeschakeld geluidssignaal is een permanent signaal te
horen.
Geluidssignaal voor het aangeven van de laserstraal
De positie van de laserstraal op het ontvangstveld (24) kan
door een geluidssignaal aangegeven worden.
Het geluidssignaal kan in twee volumes worden ingescha-
keld.
Druk voor het inschakelen resp. wisselen van het geluidssig-
naal op de toets geluidssignaal (21) tot het gewenste volume
op het display verschijnt. Bij een gemiddeld volume knippert
de aanduiding geluidssignaal (d) op het display, bij hoog vo-
lume brandt de aanduiding geluidssignaal continu, bij uitge-
schakeld geluidssignaal gaat deze uit.
Automatische nivellering
Overzicht
Na het inschakelen controleert het meetgereedschap de ho-
rizontale positie en compenseert oneffenheden binnen het
zelfnivelleerbereik van ca. ± 8 % (± 4,6 °) automatisch.
Tijdens het nivelleren knippert de statusaanduiding (5)
groen, de laser roteert niet en knippert.
Het meetgereedschap is klaar met nivelleren zodra de
statusaanduiding (5) permanent groen brandt en de laser
Nederlands | 71
1 609 92A 5S3 | (09.09.2020)