Verhelpen van storingen
Probleem
Het nieuw ingelaste commentaar of
achtergrondgeluid is niet te horen.
Het titelbeeld wordt niet
weergegeven.
Er klinkt niet of nauwelijks geluid of
er is geen beeld, bij weergave op het
TV-scherm.
Tijdens opnemen en afspelen
Probleem
De camcorder kan niet ingeschakeld
worden.
De eindzoekfunctie werkt niet.
De eindzoekfunctie werkt niet naar
behoren.
Er verschijnt geen beeld in de zoeker.
Het batterijpak raakt heel snel
uitgeput.
De aanduiding voor de resterende
batterijspanning geeft niet de juiste
gebruiksduur aan.
De cassette kan niet uit de houder
worden verwijderd.
De % en Z indicators knipperen en
geen enkele functie behalve het
verwijderen van de cassette werkt.
De
aanduiding verschijnt niet, bij
gebruik van een videoband met
cassettegeheugen.
De aanduiding voor de resterende
bandlengte verschijnt niet.
Oorzaak en/of oplossing
• In het instelmenu staat het onderdeel AUDIO MIX op ST1
ingesteld, voor weergave van het oorspronkelijke stereo geluid.
c Kies de juiste instelling voor AUDIO MIX. (zie blz. 78)
• In het instelmenu is de TITLE DSPL functie op "OFF" gezet.
c Zet dit menu-onderdeel op "ON" (zie blz. 78).
• De opname-aanduidingen worden op het scherm getoond.
c Laat de opname-aanduidingen verdwijnen. (zie blz. 32)
c Maak het audio/video-aansluitsnoer los van de AUDIO/
VIDEO aansluiting en sluit het snoer dan weer aan.
Oorzaak en/of oplossing
• Er is geen batterijpak op het apparaat aangebracht of het
batterijpak is (bijna) leeg.
c Plaats een opgeladen batterijpak. (zie blz. 12, 15)
• De netspanningsadapter is niet op het stopcontact aangesloten.
c Steek de stekker van de netspanningsadapter in het
stopcontact. (zie blz. 16)
• De videoband, van het type zonder cassettegeheugen, is na het
opnemen uit de camcorder verwijderd.
• Er zijn nog geen opnamen op de geplaatste cassette gemaakt.
• De band heeft een blanco, onbespeeld gedeelte aan het begin of
in het midden.
• Het LCD scherm staat open.
c Sluit het LCD scherm. (zie blz. 22)
• De zoeker is niet volledig uitgeschoven.
c Schuif de zoeker verder uit totdat deze klikt.
• De omgevingstemperatuur is te laag.
• Het batterijpak was niet volledig opgeladen.
c Laad het batterijpak opnieuw op. (zie blz. 12)
• Het batterijpak is versleten en kan niet meer opgeladen
worden.
c Vervang het door een nieuwer batterijpak. (zie blz. 15)
• Het batterijpak is geruime tijd lang in een erg warme of koude
omgeving gebruikt.
• Het batterijpak is versleten en kan niet meer opgeladen
worden.
c Vervang het door een nieuwer batterijpak. (zie blz. 15)
• Het batterijpak is leeg.
c Vervang het door een opgeladen batterijpak. (zie blz. 12, 15)
• De stroomaansluiting is losgeraakt.
c Sluit de stroombron stevig aan. (zie blz. 12, 16)
• Het batterijpak is leeg.
c Gebruik een opgeladen batterijpak of sluit de
netspanningsadapter aan. (zie blz. 12, 15)
• Er is vocht uit de lucht in de camcorder gecondenseerd.
c Verwijder de videocassette en laat uw camcorder ten minste
1 uur lang ongebruikt op temperatuur komen. (zie blz. 142)
• De vergulde aansluitcontacten van de cassette zijn stoffig of
vuil.
c Maak de vergulde aansluitcontacten schoon (zie blz. 124)
• In het instelmenu is het onderdeel q REMAIN op "AUTO"
gezet.
c Zet dit onderdeel op "ON" om altijd de resterende
bandlengte aan te geven. (zie blz. 78)
(Lees verder op de volgende bladzijde)
135