Volgens de geldende voorschriften mogen dompelpompen,
met een aansluitkabellengte van minder dan 10 m, binnen als
pompen voor het leegpompen van kelders gebruikt worden.
Daarom moet bij aankoop op de kabellengte en op het
kabeltype gelet worden.
Beveiliging tegen oververhitting
In de elektrische motor is een temperatuursonde gemonteerd
die bij overschrijding van een bepaalde temperatuur de pomp
automatisch uitschakelt, resp. na afkoeling weer inschakelt.
Het verhoogt de levensduur van de pomp vele malen en
verhindert het doorbranden van de elektrische motor.
Wijze van aanpak:
De pomp wordt in bedrijf gesteld door het aansluiten van de
stekker aan een passend stopcontact en door het brengen
van de drijverschakelaar in gewenste positie (zie hoofdstuk
"Bediening"). Indien de pomp getild of verplaatst wordt,
gebeurt dit met de aangebouwde greep en niet met de
aansluitkabel. Indien de pomp gedompeld wordt, moet men
hiervoor – wanneer noodzakelijk – een touw, ketting of iets
dergelijks gebruiken dat aan de greep wordt bevestigd.
Bij modderige, zandachtige, resp. steenachtige grond moet
de pomp aan een touw, resp. ketting opgehangen worden,
resp. op een passende brede grondplaat opgesteld worden
om deze ondergedompeld te laten werken. Zand, resp.
andere schurende stoffen verminderen de levensduur van de
hydraulische onderdelen evenals van de pompdichtingen en
moeten daarom vermeden worden. Bij vriestemperaturen
moet de pomp uit de te verpompen vloeistof verwijderd
worden. Absoluut dient vermeden te worden dat de pomp aan
bevriezingsgevaar wordt blootgesteld. De pomp moet geleegd
en in een tegen vorst beschermde plaats opgeslagen worden.
Let op! Belangrijke informatie voor klanten
Geadviseerd wordt de pomp schuin in de vloeistof te
dompelen, resp. neer te leggen. Daardoor kan de luchtbel
vanuit de behuizing ontsnappen en de pomp werkt
daardoor direct. Aansluitend kan de pomp weer
standaard opgesteld worden.
Let op! Belangrijke informatie voor klanten
Om een lange levensduur van de pompafdichtingen te
garanderen adviseren wij de pomp regelmatig met
schoon water uit te spoelen.
Automatische drijver
De drijver zet automatisch de pomp in of uit bedrijf, indien het
vloeistofniveau toeneemt, resp. afneemt. Als de drijverkabel
verlengd, resp. verkort wordt, uitgaand vanuit zijn
bevestigingspunt, veroorzaakt men het inschakelen, resp.
uitschakelen van de pomp, op grond van de gewenste
minimale, resp. maximale vloeistofhoogte. De drijverkabel is
met een geschikte houder aan de pompgreep bevestigd. Wij
verzoeken om te controleren dat de drijver bij het pompen vrij
beweegt. Telkens als de pomp in zeer vervuild water gebruikt
werd, moet deze met helder water uitgespoeld en gereinigd
worden. De in- en uitschakelhoogtes kunnen variëren.
Beveiliging tegen overbelasting/thermische
motorschakelaar
De dompelpomp is met een thermische motorschakelaar
uitgerust. Indien de motor oververhit wordt, schakelt de
motorschakelaar de pomp automatisch uit. De afkoeltijd
bedraagt ca. 25 minuten, aansluitend schakelt de pomp zich
automatisch weer in. Als de motorschakelaar weer is
ingeschakeld, is het beslist noodzakelijk de oorzaak van het
uitschakelen op te sporen en deze oorzaak te verwijderen (zie
ook „Storingen"). De hier uitgevoerde adviezen mogen niet
als aanwijzingen voor "zelfgemaakte" reparaties beschouwd
worden omdat de reparatiewerkzaamheden specifieke
vakkennis nodig hebben. Bij eventuele storingen dient u zich
altijd tot de klantendienst te wenden.
Overige gevaren en beschermingsmaatregelen
Elektrische gevaren
Bedreiging
Beschrijving
Direct
Stroomsschok.
elektrisch
contact
Indirect
Stroomsschok
elektrisch
door vloeistof.
contact
Verwijdering
De verwijderinginstructies zijn met pictogrammen
aangegeven die op het apparaat, resp. op de verpakking, te
vinden zijn. Een beschrijving van de afzonderlijke
betekenissen is in het hoofdstuk "Aanduidingen op het
apparaat" te vinden.
Eisen aan de bedienende persoon
De bedienende persoon moet, voor het gebruik van het
apparaat, de gebruiksaanwijzing goed gelezen hebben.
Kwalificatie
Behalve een uitvoerige instructie door vakkundig
verkooppersoneel is er geen speciale kwalificatie voor het
gebruik van het apparaat nodig.
Minimale leeftijd
Het apparaat mag slechts door personen gebruikt worden van
16 jaar of ouder.
Uitzondering hierop is het gebruik door jeugdige personen bij
een beroepsopleiding ter verkrijging van vaardigheid en
indien dit onder toezicht van een opleider plaats vindt.
Scholing
Om het apparaat te kunnen gebruiken is enig passend
onderricht, door een vakman, resp. de bedieningsaanwijzing,
voldoende. Een speciale scholing is niet noodzakelijk.
Technische gegevens
Aansluiting:
Motorvermogen:
Beveiligingsklasse:
Max. opvoerhoeveelheid:
Max. opvoerhoogte:
Max. dompeldiepte:
Max. watertemperatuur:
Slangaansluiting:
Korrels:
Gewicht:
Artikel nr.:
Transport en opslag
Bij opslag voor de winter moet er op gelet worden dat
zich geen water in het pomphuis bevindt omdat door
bevriezing het pomphuis beschadigd kan worden.
Veiligheidsinstructies vóór de eerste ingebruikneming
Let op: De pomp mag absoluut niet in droge
toestand draaien.
De gebruiker is tegenover derden, met betrekking tot het
gebruik van de pomp (waterinstallatie enz.), verantwoordelijk.
Uitsluitend aansluitingen met een schakelaar voor
foutstroom (RCD) aansluiten.
Voor de inbedrijfstelling moet door een bevoegde elektricien
gecontroleerd worden of alle vereiste elektrische
veiligheidsmaatregelen aanwezig zijn.
26
Beschermingsmaatregel(en
)
Foutstroomschakelaar FI
Foutstroomschakelaar FI
GS 4000
230 V / 50 Hz
400 W
7000 l/Std.
6 m
5 m
1¼''
IPX8
35 °C
30 mm
4,9 kg
94621