GEAVANCEERDE BEDIENINGEN
ZENDVERMOGEN
Elk kanaal is geprogrammeerd met hoog of laag zendvermogen.
Op kanalen met een hoog zendvermogen drukt u op de toets die is
geprogrammeerd als [Laag zendvermogen] om het zendvermogen
te wijzigen in laag zendvermogen (u kunt kanalen voor laag
zendvermogen niet wijzigen voor gebruik van hoog zendvermogen).
•
De
indicator verschijnt bij gebruik van laag zendvermogen.
OPROEPWAARSCHUWING (ALLEEN FleetSync/ MDC-
1200)
De oproepwaarschuwingstoon maakt de leden van uw groep er op
attent dat u een oproep aan het plaatsen bent. Om een oproep te
plaatsen met behulp van oproepwaarschuwing:
1
Druk de toets die is geprogrammeerd als [Oproepwaarschuwing]
even in en houd deze ingedrukt.
•
Laat de toets los om de toonzending te beëindigen.
2
Druk op de PTT-schakelaar en spreek in de microfoon met uw
normale stem.
TOETSVERGRENDELING
Houd de toets die is geprogrammeerd voor [Toetsvergrendeling]
gedurende 2 seconden ingedrukt om de toetsen van de zendontvanger
te vergrendelen. Om de toetsen te ontgrendelen houdt u de toets
[Toetsvergrendeling] opnieuw ingedrukt.
•
"LOCKED" verschijnt als u op een toets drukt terwijl de toetsen zijn
vergrendeld.
Opmerking: U kunt de volgende toetsen en functies blijven gebruiken
wanneer toetsvergrendeling is ingeschakeld: [Nood], [Lamp],
[Monitoren], [Monitoren tijdelijk], [Squelch uit], [Squelch uit tijdelijk],
[Toetsvergrendeling], PTT.
ZEND DE GPS-DATA
Druk op de toets die is geprogrammeerd als [Zend de GPS-data] als
de GPS-unit is geïnstalleerd om uw positiedata te zenden naar het
basisstation.
N-23