Aansluiting
Elektrische aansluiting
•
Controleer voordat u het apparaat aansluit op het elektriciteitsnet, of de waarden op
het typeplaatje betreffende spanning en frequentie overeenkomen met de waarden
van het beschikbare elektriciteitsnet. Een afwijking in de spanning van ± 10% is
toelaatbaar.
•
Controleer of er een veiligheidskabel aanwezig is die voldoet aan de normen. Let erop
dat bij aansluiting op het elektriciteitsnetwerk een kabel wordt gebruikt met een
passende doorsnede.
•
Tussen de stroomaansluiting en het apparaat moet een bij de belasting passende
meerpolige schakelaar worden toegepast. Plaats deze schakelaar, waarvan de
afstand tussen de contacten minimaal 3 mm moet bedragen, op een goed
toegankelijke plaats.
•
Neem de lokale voorschriften betr. elektriciteit, veiligheid en gezondheid in acht.
•
Sluit in bepaalde gevallen het apparaat aan op een potentiaalvereffeningssysteem,
rekeninghoudend met de geldende normen.
Wateraansluiting (voor de heteluchtovens 206.772, 205.774, 105.790, 105.777
206.775, 206.780, 106.796)
•
Laat eerst wat water door de slang lopen voordat u hem aansluit om eventuele
ijzerresten te verwijderen.
•
Als u een nieuwe installatie uitvoert, laat dan eerst voldoende water door het
apparaat lopen voordat u hem aansluit op de koudwaterleiding, zodat geen enkele
verontreiniging in de magnetische ventielen terecht kan komen.
•
Controleer of de filters van de magnetische ventielen schoon zijn.
•
Zorg ervoor dat de wateraansluiting zich in de buurt van het apparaat bevindt.
•
Sluit het apparaat met behulp van een flexibele
drukslang (3/4") aan op de wateraansluiting op
de achterkant van het apparaat.
•
Sluit het andere uiteinde van de flexibele
drukslang aan op de koudwaterleiding en
monteer er een afsluitkraan tussen.
•
Installeer bij een waterhardheid van 8,4° dH of
hoger een waterontharder om kalkafzetting te
voorkomen.
•
De waterdruk moet 0,5 tot maximaal 2,5 bar bedragen.
,
max. 2,5 bar
- 113 -