c) Instellen van de roeruitslagen
Bij een correcte bouw moeten de roeren (gemeten aan de achterzijde) de volgende uitslagwaarden vertonen:
Rolroer
20° naar boven
Hoogteroer
8 – -10 mm naar boven 8 – -10 mm naar beneden
Let op!
De aangegeven waarden geven de onderste en de bovenste grenswaarden van de roeruitslagen weer. Naargelang uw persoonlijke stuurgewoonte
kunt u de uitslagen individueel aanpassen. Als u voor uw model een computergestuurde afstandsbediening gebruikt, dan kunt u de waarden
eenvoudig met de zender instellen. Als u een gewone afstandsbediening gebruikt, moet u de waarden instellen door het verwisselen van de
schuifstangen op de roerhoorns van de servo's resp. roerkleppen.
d) Ingebruikname van de vliegregelaar
Neem eerst de afstandsbedieningszender in gebruik en schuif de stuurknuppel voor de motorfunctie in de onderste stand "motor uit".
Bij een correcte instelling van de zender hoort u drie snelle toonreeksen met drie aansluitend afzonderlijke tonen. Ten slotte zal de propeller kort aanlopen, zodat
u de correcte draairichting kunt controleren. Indien nodig verwisselt u de drie motoraansluitingen, om de draairichting van de motor te veranderen.
Indien u na het aansluiten van de accu alleen maar vier afzonderlijke toonhoogtes hoort, dan draait u op de zender met behulp van de reverse-
functie de werkrichting van de stuurknuppel voor de motorfunctie om.
Belangrijk!
De geïntegreerde BEC-voeding stelt de voor de servo's en de ontvanger vereiste voedingsspanning ter beschikking. Bij het aansluiten van 4
servo's mag de ingangsspanning max. 12 V (10 NiCd-/NiMH-cellen of 3 LiPo-cellen) bedragen.
e) Vliegregelaar programmeren
De vliegregelaar biedt een in- en uitschakelbare remfunctie. Om de remfunctie in of uit te schakelen, brengt u de stuurknuppel op de ingeschakelde zender in de
volgas-stand voor max. motorvermogen.
Sluit nu de vliegaccu op de vliegregelaar aan. Nadat de motor vier afzonderlijke tonen gaf met een verschillende toonhoogte, schuift u de stuurknuppel op de
zender in de stand 'motor uit' en wacht u tot de motor opnieuw drie afzonderlijke tonen afgeeft.
Koppel daarna de accu los van de regelaar en sluit deze opnieuw aan. De remfunctie is nu omgeschakeld.
98
20° naar beneden