■ Opmerkingen bij het gebruik van groothoek of ultragroothoek AF NIKKOR-objectieven
In de volgende situaties is het mogelijk dat de autofocus niet werkt zoals verwacht bij het fotograferen met
groothoek of ultragroothoek AF NIKKOR-objectieven.
D Een persoon die voor een
verafgelegen achtergrond staat
E Een bloemenveld
1. Wanneer het hoofdonderwerp binnen de
scherpstelhaakjes relatief klein is
Wanneer een persoon die voor een verafgelegen
achtergrond staat binnen de scherpstelhaakjes
wordt geplaatst zoals weergegeven in fig. D, is het
mogelijk dat er wordt scherpgesteld op de
achtergrond terwijl het onderwerp wazig blijft.
2. Wanneer het hoofdonderwerp een
complex patroon heeft
Wanneer het onderwerp een complex patroon of
weinig contrast heeft, bv. een bloemenveld zoals
weergegeven in fig. E, kan het moeilijk zijn om
scherp te stellen met autofocus.
Oplossing voor dergelijke situaties
(1) Stel scherp op een ander onderwerp dat zich op
dezelfde afstand van de camera bevindt, activeer de
scherpstelvergrendeling, pas de kadrering aan en
maak de foto.
(2) Stel de scherpstelstand van de camera in op
handmatige scherpstelling en stel handmatig
scherp op het onderwerp.
Zie "Goede resultaten behalen met autofocus" in de
Gebruikshandleiding van de camera.
Nl
81