Voor een illustratie van de pomponderdelen, zie
beelding 14
.
1. Alle leidingen leeg:
a) Open de aan/uit-klep stroomopwaarts ten op-
zichte van de pomp.
b) Verwijder meetplug (1) gebruik een trechter om
de pomp te vullen totdat water uit dit gat
stroomt.
c) Draai de meetplug (1) vast.
2. Gevulde afvoerleidingen:
a) Open de aan-/uitklep stroomopwaarts ten op-
zichte van de pomp en open de aan-/uitklep
stroomafwaarts.
b) Verwijder de meetplug (1) totdat het water uit dit
gat stroomt.
c) Draai de meetplug (1) vast.
5.2 Controleer de draairichting
(driefasenmotor)
Volg deze procedure vóór het opstarten.
1. Zoek de pijlen op de adapter of de motorventila-
tor om de juiste draairichting te bepalen.
2. Start de motor.
3. Controleer snel de draairichting door de koppe-
lingsbeveiliging of door de bescherming van de
motorventilator.
4. Stop de motor.
5. Doe het volgende als de draairichting onjuist is:
a) Ontkoppel de stroomtoevoer.
b) Verwissel in het contactbord van de motor of het
elektrische besturingspaneel de posities van
twee van de drie draden van de aanvoerkabel.
Voor de bedradingschema´s, zie
c) Controleer nogmaals de draairichting.
5.3 De pomp starten
De verantwoordelijkheid voor het controleren van
het juiste debiet en de juiste temperatuur van de ge-
pompte vloeistof ligt bij de installateur of eigenaar.
Zorg voor het starten van de pomp voor de volgende
punten:
• De pomp op de juiste manier op de stroomvoor-
ziening is aangesloten.
• De pomp is goed gevuld conform de instructies
in De pomp vullen (hoofdstuk 5).
• De aan-uitklep stroomafwaarts ten opzichte van
de pomp is gesloten.
1. Start de motor.
2. Open geleidelijk de aan-uitklep aan de afvoerzij-
de van de pomp.
Onder de verwachte bedrijfsomstandigheden
moet de pomp soepel en stil functioneren. Zo
niet, raadpleeg dan
Storingen
6 Onderhoud
Voorzorgsmaatregelen
ELEKTRISCH GEVAAR:
Schakel het apparaat uit en ontkoppel de
stroomvoorziening voordat werkzaamhe-
den aan het apparaat worden verricht.
Af-
6.1 Onderhoud
Als de gebruiker van de pomp regelmatige onder-
houdstermijnen wil inplannen, zijn deze afhankelijk
van het soort gepompte vloeistof en de bedrijfsom-
standigheden van de pomp.
Neem contact op met de plaatselijke verkoop- en
servicevertegenwoordiger voor eventuele vragen
met betrekking tot routineonderhoud of service.
Er kan bijzonder onderhoud nodig zijn om de vloei-
stof te reinigen en/of versleten onderdelen te ver-
vangen.
Motorlagers
Na ongeveer vijf jaar is het vet in de motorlagers zo
oud dat aangeraden wordt om de lagers te vervan-
gen. De lagers moeten vervangen worden na 25.000
werkuren of volgens de instructies van de motorle-
verancier, welke van de twee het snelst is.
Motor met hersmeerbare lagers
Volg de onderhoudsinstructies van de motorleveran-
cier.
6.2 Controleafvinklijst
Afbeelding 11
.
6.3 Demonteren en vervangen van
pomponderdelen
Kijk op onze website voor meer informatie over re-
serveonderdelen en montage en demontage van de
pomp.
Zie de instructies voor reparatie en montage die
vanaf onze website gedownload kunnen worden.
7 Storingen verhelpen
verhelpen.
7.1 Problemen oplossen voor
gebruikers
De hoofdschakelaar staan aan, maar de
elektrische pomp start niet.
nl - Vertaling vanuit het origineel
WAARSCHUWING:
• Alleen bevoegd en gekwalificeerd
personeel mag onderhoud plegen.
• Neem de geldende regels ter voorko-
ming van ongelukken in acht.
• Gebruik geschikte apparatuur en be-
schermingsmiddelen.
• Zorg ervoor dat de afgevoerde vloei-
stof geen schade of letsel veroor-
zaakt.
Controleer de mechani-
sche pakking
Controleer op stille werk-
ing
Controleer de mechani-
sche pakking op lekka-
ge. Vervang de mechani-
sche pakking wanneer
deze lekt.
Controleer regelmatig op
stille werking van de
pomp met vibratiemeet-
gereedschap.
73